NLFR

Vakblad over installatietechniek, hvac, sanitair en elektriciteit
Hoe de combinatie van ventilatie en luchtreiniging een toekomstige pandemie kan helpen voorkomen

Hoe de combinatie van ventilatie en luchtreiniging een toekomstige pandemie kan helpen voorkomen

Sinds de coronapandemie is de aandacht voor luchthygiëne en -behandeling sterk toegenomen. Intussen is al even duidelijk dat ­ventilatie een dam kan opwerpen tegen langeafstandsbesmettingen. Aerosolen, die zich via de lucht verspreiden, zijn immers ook tijdens de ­coronacrisis een grote boosdoener gebleken. Maar hoe doeltreffend zou de combinatie met luchtzuivering kunnen zijn? En hoe zit het met de toekomst van de ventilatie- en luchtreinigingssector? Welke lessen heeft de sector zelf getrokken uit de coronapandemie? We vroegen het aan enkele vakmensen.

‘“Ik merk vaak dat architecten, waarbij het ventilatieverhaal nog niet zo bekend is, beweren dat deze systemen te duur zijn.’

Tijdens de coronapandemie was de boodschap: meer ventileren. Het voortdurend opwarmen van de buitenlucht kost echter veel energie. “Daarom opteren we beter voor een combinatie tussen ventilatie en luchtreiniging. Dit is zowel vanuit ecologisch als economisch standpunt interessanter, maar is ook het meest efficiënt. Deze aanpak wordt al decennialang in ziekenhuizen toegepast. Ventilatie an sich is duur, terwijl luchtreiniging niet alle gassen uit de lucht verwijdert. Daarom is de combinatie tussen de twee doeltreffender,” vertelt Bert Blocken, professor bouwfysica aan de KU Leuven en TU Eindhoven. 

Beperkte politieke aandacht: “De grootste medische blunder van de afgelopen eeuwen.”

Het coronavirus plaatste ook de beleidsmakers met de rug tegen de muur. Werden in die paniekerige eerste golf altijd de juiste keuzes gemaakt? Volgens Bert Blocken lag de focus verkeerd: “De Wereldgezondheidsorganisatie hield van bij het begin geen rekening met het voorzorgsprincipe, waarbij alle besmettingsmogelijkheden in acht moeten worden genomen. Er werd te veel aandacht besteed aan partikels op korte afstand en het ontsmetten van oppervlakken. De WHO verkondigde dat langeafstandsbesmettingen geen rol zouden spelen bij dit virus, terwijl hier geen enkel bewijs voor was. Een bijzonder pijnlijke situatie, vooral wanneer het belang van aerosolenbesmettingen later dan toch bewezen wordt,” vindt Bert Blocken.

‘Roosters en ventielen die zichtbaar zijn, worden in standaardwoningen vaak niet geapprecieerd.’

Bovendien is corona meer dan enkel een virologisch probleem, stelt Blocken. “De coronacrisis is een multidisciplinaire kwestie, waarbij er nood is aan epidemiologen, microbiologen, psychologen en ingenieurs. Maar die laatste twee groepen kwamen lange tijd niet aan bod,” klinkt het. Hij gelooft dat met voldoende aandacht voor ventilatie en luchtreiniging, de situatie minder schrijnend zou zijn geweest, met name: de pieken in besmettingsaantallen, economische verliezen en lockdowns. De kosten van ventilatie- en lucht­zuiveringssystemen zijn daarnaast ook kleiner dan de economische verliezen waaronder de bevolking heeft geleden. 

Een blik op de toekomst: intelligent ventileren

“Een energiezuinig systeem dat grote debieten kan reinigen en ventileren, dat is de combinatie van de toekomst. Een samengesteld systeem kan ons voorbereiden op toekomstige, soortgelijke pandemieën,” stelt Bert Blocken. 

Blocken ontwikkelde een luchtkwaliteitslabel, dat gebouwen voorziet van een score die afhankelijk is van de luchtkwaliteit. Als het van hem afhangt, zullen gebouwen met een hoge score tijdens een volgende lockdown langer open mogen blijven. Studiebureaus kunnen in een kwartier tijd een luchtcontrole uitvoeren. “Dit label is dus gemakkelijk implementeerbaar. Zo vermijden we situaties waarbij zaken onherroepelijk moeten sluiten”, aldus Blocken. Inmiddels heeft minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke beslist een luchtkwaliteitslabel in te voeren. Ook aan fabrikantenzijde weerklinkt de roep naar een doorgedreven integratie van luchtreiniging en ventilatie. Yves Lambert en Roel Berlaen van Renson gaan hier zelfs nog een stap verder in. Zij pleiten voor meer interoperabiliteit tussen vraaggestuurde apparaten. “Wanneer verschillende gebouwsystemen (koeling, verwarming, ventilatie, zonnewering, etc.) informatie uitwisselen, kan de werking van die systemen geoptimaliseerd worden – en zo verhogen we de energiezuinigheid van het gebouw.   

‘Wanneer verschillende gebouwsystemen (koeling, verwarming, ventilatie, zonne­wering, etc.) informatie uitwisselen, kan de werking van die systemen geoptimaliseerd worden – en zo verhogen we de energiezuinigheid van het gebouw.’

Deze optimalisatie hoeft niet willekeurig te verlopen, maar kan op basis van het werkelijke leefpatroon, via een analyse van het gebruikersgedrag. Zo verloopt alles geautomatiseerd en verhoogt de tevredenheid”, klinkt het bij Renson. “Een manueel systeem is goedkoper, maar gaat ten koste van tevredenheid. Systemen met een draaiknop worden vaak niet correct gebruikt en blijven op de stille stand staan. Dit zorgt voor een slechtere luchtkwaliteit.”

Ook Andy Camps, lector ventilatietechnieken aan Hogeschool PXL, ziet heil in intelligente ventilatie. Tegenwoordig kunnen ventilatiesystemen, dankzij CO2-meters, zodanig worden afgesteld dat ze rekening kunnen houden met de hoeveelheid aanwezigen in de ruimte. Andy Camps pleit er dan ook voor om daarmee rekening te houden bij de ventilatiekeuzes: “We moeten meer ventileren op basis van de CO2-waarde. Tijdens het middaguur is het druk op scholen, dus daar moet op geanticipeerd worden. Het is niet meer van deze tijd om dit manueel te doen. In enkele PXL-klaslokalen hebben we deze technologie al toegepast. We voorspellen hoeveel mensen er in een ruimte zitten op basis van de CO2-waarde van de week ervoor. We ventileren een uur van tevoren, aangezien er niet meteen geventileerd moet worden wanneer mensen een ruimte binnenstappen. Een betere oplossing is immers van tevoren ventileren, zodat de luchtkwaliteit langer behouden blijft.”

Maar voor Bert Blocken mag CO2 niet de belangrijkste parameter zijn: “In deze pandemie gaat het om aerosolen en niet om CO2. Er is nog nooit iemand gestorven van 2000 ppm CO2, maar ongetwijfeld wel vanwege de daaraan verwante aerosolenconcentraties. Je moet ventilatie en lucht­reiniging toepassen op basis van de aerosolenwaarden. Luchtreinigers halen niet de CO2 uit de lucht, maar zorgen wel voor een zeer veilige omgeving wat aerosolen betreft. Ten slotte kost het ontzettend veel geld om altijd enkel excessief te ventileren. Dit is voor veel scholen zelfs onbetaalbaar vanwege de huidige energieprijzen. Denk aan de open ramen en deuren en ijskoude klassen in de voorbije winter. Vandaar opteer ik voor basisventilatie, aangevuld met luchtreiniging.” 

Tijdens de coronapandemie was de boodschap: meer ventileren.

De rol van de architect

Andy Camps haalt daarnaast de potentiële bijdrage aan die architecten kunnen leveren als eerste aanspreekpunt. “Ik merk vaak dat architecten, waarbij het ventilatieverhaal nog niet zo bekend is, beweren dat deze systemen te duur zijn. Onbekend is immers onbemind, maar technieken zijn tegenwoordig bijna niet weg te denken uit gebouwen.”

“Bij standaardwoningen moet er ruimte bewaard worden voor het volledige ventilatiesysteem met geluidsdempers. Er kan compact gebouwd worden, maar dit vraagt voor meer puzzelwerk tijdens de planningsfase of overleg met de bouwheer. Roosters en ventielen die zichtbaar zijn, worden vaak niet geapprecieerd. Je kan een ventilatiesysteem plaatsen, maar de waarden van dit systeem moeten meetbaar zijn. Dat zorgt voor complicaties. Bepaalde zaken kunnen weggewerkt worden in bepaalde kleuren of achter een voorzetwand, maar hierover moet dan weer overlegd worden zodat het interieur nog naar behoren is. Architecten gaan hierover best de dialoog aan met de bouwheer.”    

Sinds de coronapandemie is de aandacht voor luchthygiëne en -behandeling sterk toegenomen. Intussen is al even duidelijk dat ­ventilatie een dam kan opwerpen tegen langeafstandsbesmettingen. Aerosolen, die zich via de lucht verspreiden, zijn immers ook tijdens de ­
coronacrisis een grote boosdoener gebleken. Maar hoe doeltreffend zou de combinatie met luchtzuivering kunnen zijn? En hoe zit het met de toekomst van de ventilatie- en luchtreinigingssector? Welke lessen heeft de sector zelf getrokken uit de coronapandemie? We vroegen het aan enkele vakmensen.

Tijdens de coronapandemie was de boodschap: meer ventileren. Het voortdurend opwarmen van de buitenlucht kost echter veel energie. “Daarom opteren we beter voor een combinatie tussen ventilatie en luchtreiniging. Dit is zowel vanuit ecologisch als economisch standpunt interessanter, maar is ook het meest efficiënt. Deze aanpak wordt al decennialang in ziekenhuizen toegepast. Ventilatie an sich is duur, terwijl luchtreiniging niet alle gassen uit de lucht verwijdert. Daarom is de combinatie tussen de twee doeltreffender,” vertelt Bert Blocken, professor bouwfysica aan de KU Leuven en TU Eindhoven.

Beperkte politieke aandacht: “De grootste medische blunder van de afgelopen eeuwen.”

Het coronavirus plaatste ook de beleidsmakers met de rug tegen de muur. Werden in die paniekerige eerste golf altijd de juiste keuzes gemaakt? Volgens Bert Blocken lag de focus verkeerd: “De Wereldgezondheidsorganisatie hield van bij het begin geen rekening met het voorzorgsprincipe, waarbij alle besmettingsmogelijkheden in acht moeten worden genomen. Er werd te veel aandacht besteed aan partikels op korte afstand en het ontsmetten van oppervlakken. De WHO verkondigde dat langeafstandsbesmettingen geen rol zouden spelen bij dit virus, terwijl hier geen enkel bewijs voor was. Een bijzonder pijnlijke situatie, vooral wanneer het belang van aerosolenbesmettingen later dan toch bewezen wordt,” vindt Bert Blocken. Bovendien is corona meer dan enkel een virologisch probleem, stelt Blocken. “De coronacrisis is een multidisciplinaire kwestie, waarbij er nood is aan epidemiologen, microbiologen, psychologen en ingenieurs. Maar die laatste twee groepen kwamen lange tijd niet aan bod,” klinkt het. Hij gelooft dat met voldoende aandacht voor ventilatie en luchtreiniging, de situatie minder schrijnend zou zijn geweest, met name: de pieken in besmettingsaantallen, economische verliezen en lockdowns. De kosten van ventilatie- en lucht­zuiveringssystemen zijn daarnaast ook kleiner dan de economische verliezen waaronder de bevolking heeft geleden.

Een blik op de toekomst: intelligent ventileren

“Een energiezuinig systeem dat grote debieten kan reinigen en ventileren, dat is de combinatie van de toekomst. Een samengesteld systeem kan ons voorbereiden op toekomstige, soortgelijke pandemieën,” stelt Bert Blocken. Blocken ontwikkelde een luchtkwaliteitslabel, dat gebouwen voorziet van een score die afhankelijk is van de luchtkwaliteit. Als het van hem afhangt, zullen gebouwen met een hoge score tijdens een volgende lockdown langer open mogen blijven. Studiebureaus kunnen in een kwartier tijd een luchtcontrole uitvoeren. “Dit label is dus gemakkelijk implementeerbaar. Zo vermijden we situaties waarbij zaken onherroepelijk moeten sluiten”, aldus Blocken. Inmiddels heeft minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke beslist een luchtkwaliteitslabel in te voeren. Ook aan fabrikantenzijde weerklinkt de roep naar een doorgedreven integratie van luchtreiniging en ventilatie. Yves Lambert en Roel Berlaen van Renson gaan hier zelfs nog een stap verder in. Zij pleiten voor meer interoperabiliteit tussen vraaggestuurde apparaten. “Wanneer verschillende gebouwsystemen (koeling, verwarming, ventilatie, zonnewering, etc.) informatie uitwisselen, kan de werking van die systemen geoptimaliseerd worden – en zo verhogen we de energiezuinigheid van het gebouw. ❯ Deze optimalisatie hoeft niet willekeurig te verlopen, maar kan op basis van het werkelijke leefpatroon, via een analyse van het gebruikersgedrag. Zo verloopt alles geautomatiseerd en verhoogt de tevredenheid”, klinkt het bij Renson. “Een manueel systeem is goedkoper, maar gaat ten koste van tevredenheid. Systemen met een draaiknop worden vaak niet correct gebruikt en blijven op de stille stand staan. Dit zorgt voor een slechtere luchtkwaliteit.” Ook Andy Camps, lector ventilatietechnieken aan Hogeschool PXL, ziet heil in intelligente ventilatie. Tegenwoordig kunnen ventilatiesystemen, dankzij CO2-meters, zodanig worden afgesteld dat ze rekening kunnen houden met de hoeveelheid aanwezigen in de ruimte. Andy Camps pleit er dan ook voor om daarmee rekening te houden bij de ventilatiekeuzes: “We moeten meer ventileren op basis van de CO2-waarde. Tijdens het middaguur is het druk op scholen, dus daar moet op geanticipeerd worden. Het is niet meer van deze tijd om dit manueel te doen. In enkele PXL-klaslokalen hebben we deze technologie al toegepast. We voorspellen hoeveel mensen er in een ruimte zitten op basis van de CO2-waarde van de week ervoor. We ventileren een uur van tevoren, aangezien er niet meteen geventileerd moet worden wanneer mensen een ruimte binnenstappen. Een betere oplossing is immers van tevoren ventileren, zodat de luchtkwaliteit langer behouden blijft.” Maar voor Bert Blocken mag CO2 niet de belangrijkste parameter zijn: “In deze pandemie gaat het om aerosolen en niet om CO2. Er is nog nooit iemand gestorven van 2000 ppm CO2, maar ongetwijfeld wel vanwege de daaraan verwante aerosolenconcentraties. Je moet ventilatie en lucht­reiniging toepassen op basis van de aerosolenwaarden. Luchtreinigers halen niet de CO2 uit de lucht, maar zorgen wel voor een zeer veilige omgeving wat aerosolen betreft. Ten slotte kost het ontzettend veel geld om altijd enkel excessief te ventileren. Dit is voor veel scholen zelfs onbetaalbaar vanwege de huidige energieprijzen. Denk aan de open ramen en deuren en ijskoude klassen in de voorbije winter. Vandaar opteer ik voor basisventilatie, aangevuld met luchtreiniging.”

De rol van de architect

Andy Camps haalt daarnaast de potentiële bijdrage aan die architecten kunnen leveren als eerste aanspreekpunt. “Ik merk vaak dat architecten, waarbij het ventilatieverhaal nog niet zo bekend is, beweren dat deze systemen te duur zijn. Onbekend is immers onbemind, maar technieken zijn tegenwoordig bijna niet weg te denken uit gebouwen.” “Bij standaardwoningen moet er ruimte bewaard worden voor het volledige ventilatiesysteem met geluidsdempers. Er kan compact gebouwd worden, maar dit vraagt voor meer puzzelwerk tijdens de planningsfase of overleg met de bouwheer. Roosters en ventielen die zichtbaar zijn, worden vaak niet geapprecieerd. Je kan een ventilatiesysteem plaatsen, maar de waarden van dit systeem moeten meetbaar zijn. Dat zorgt voor complicaties. Bepaalde zaken kunnen weggewerkt worden in bepaalde kleuren of achter een voorzetwand, maar hierover moet dan weer overlegd worden zodat het interieur nog naar behoren is. Architecten gaan hierover best de dialoog aan met de bouwheer.”

(geen onderschrift nodig)

‘“Ik merk vaak dat architecten, waarbij het ventilatieverhaal nog niet zo bekend is, beweren dat deze systemen te duur zijn.’

‘Roosters en ventielen die zichtbaar zijn, worden in standaardwoningen vaak niet geapprecieerd.’

‘Wanneer verschillende gebouwsystemen (koeling, verwarming, ventilatie, zonne­wering, etc.) informatie uitwisselen, kan de werking van die systemen geoptimaliseerd worden – en zo verhogen we de energiezuinigheid van het gebouw.’

Tijdens de coronapandemie was de boodschap: meer ventileren.

Fotobijschrift 6. (Beeld: xxxxx).

Fotobijschrift 7. (Beeld: xxxxx).

Fotobijschrift 8. (Beeld: xxxxx).

Sinds de coronapandemie is de aandacht voor luchthygiëne en -behandeling sterk toegenomen. Intussen is al even duidelijk dat ­ventilatie een dam kan opwerpen tegen langeafstandsbesmettingen. Aerosolen, die zich via de lucht verspreiden, zijn immers ook tijdens de ­
coronacrisis een grote boosdoener gebleken. Maar hoe doeltreffend zou de combinatie met luchtzuivering kunnen zijn? En hoe zit het met de toekomst van de ventilatie- en luchtreinigingssector? Welke lessen heeft de sector zelf getrokken uit de coronapandemie? We vroegen het aan enkele vakmensen.

Tijdens de coronapandemie was de boodschap: meer ventileren. Het voortdurend opwarmen van de buitenlucht kost echter veel energie. “Daarom opteren we beter voor een combinatie tussen ventilatie en luchtreiniging. Dit is zowel vanuit ecologisch als economisch standpunt interessanter, maar is ook het meest efficiënt. Deze aanpak wordt al decennialang in ziekenhuizen toegepast. Ventilatie an sich is duur, terwijl luchtreiniging niet alle gassen uit de lucht verwijdert. Daarom is de combinatie tussen de twee doeltreffender,” vertelt Bert Blocken, professor bouwfysica aan de KU Leuven en TU Eindhoven.

Beperkte politieke aandacht: “De grootste medische blunder van de afgelopen eeuwen.”

Het coronavirus plaatste ook de beleidsmakers met de rug tegen de muur. Werden in die paniekerige eerste golf altijd de juiste keuzes gemaakt? Volgens Bert Blocken lag de focus verkeerd: “De Wereldgezondheidsorganisatie hield van bij het begin geen rekening met het voorzorgsprincipe, waarbij alle besmettingsmogelijkheden in acht moeten worden genomen. Er werd te veel aandacht besteed aan partikels op korte afstand en het ontsmetten van oppervlakken. De WHO verkondigde dat langeafstandsbesmettingen geen rol zouden spelen bij dit virus, terwijl hier geen enkel bewijs voor was. Een bijzonder pijnlijke situatie, vooral wanneer het belang van aerosolenbesmettingen later dan toch bewezen wordt,” vindt Bert Blocken. Bovendien is corona meer dan enkel een virologisch probleem, stelt Blocken. “De coronacrisis is een multidisciplinaire kwestie, waarbij er nood is aan epidemiologen, microbiologen, psychologen en ingenieurs. Maar die laatste twee groepen kwamen lange tijd niet aan bod,” klinkt het. Hij gelooft dat met voldoende aandacht voor ventilatie en luchtreiniging, de situatie minder schrijnend zou zijn geweest, met name: de pieken in besmettingsaantallen, economische verliezen en lockdowns. De kosten van ventilatie- en lucht­zuiveringssystemen zijn daarnaast ook kleiner dan de economische verliezen waaronder de bevolking heeft geleden.

Een blik op de toekomst: intelligent ventileren

“Een energiezuinig systeem dat grote debieten kan reinigen en ventileren, dat is de combinatie van de toekomst. Een samengesteld systeem kan ons voorbereiden op toekomstige, soortgelijke pandemieën,” stelt Bert Blocken. Blocken ontwikkelde een luchtkwaliteitslabel, dat gebouwen voorziet van een score die afhankelijk is van de luchtkwaliteit. Als het van hem afhangt, zullen gebouwen met een hoge score tijdens een volgende lockdown langer open mogen blijven. Studiebureaus kunnen in een kwartier tijd een luchtcontrole uitvoeren. “Dit label is dus gemakkelijk implementeerbaar. Zo vermijden we situaties waarbij zaken onherroepelijk moeten sluiten”, aldus Blocken. Inmiddels heeft minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke beslist een luchtkwaliteitslabel in te voeren. Ook aan fabrikantenzijde weerklinkt de roep naar een doorgedreven integratie van luchtreiniging en ventilatie. Yves Lambert en Roel Berlaen van Renson gaan hier zelfs nog een stap verder in. Zij pleiten voor meer interoperabiliteit tussen vraaggestuurde apparaten. “Wanneer verschillende gebouwsystemen (koeling, verwarming, ventilatie, zonnewering, etc.) informatie uitwisselen, kan de werking van die systemen geoptimaliseerd worden – en zo verhogen we de energiezuinigheid van het gebouw. ❯ Deze optimalisatie hoeft niet willekeurig te verlopen, maar kan op basis van het werkelijke leefpatroon, via een analyse van het gebruikersgedrag. Zo verloopt alles geautomatiseerd en verhoogt de tevredenheid”, klinkt het bij Renson. “Een manueel systeem is goedkoper, maar gaat ten koste van tevredenheid. Systemen met een draaiknop worden vaak niet correct gebruikt en blijven op de stille stand staan. Dit zorgt voor een slechtere luchtkwaliteit.” Ook Andy Camps, lector ventilatietechnieken aan Hogeschool PXL, ziet heil in intelligente ventilatie. Tegenwoordig kunnen ventilatiesystemen, dankzij CO2-meters, zodanig worden afgesteld dat ze rekening kunnen houden met de hoeveelheid aanwezigen in de ruimte. Andy Camps pleit er dan ook voor om daarmee rekening te houden bij de ventilatiekeuzes: “We moeten meer ventileren op basis van de CO2-waarde. Tijdens het middaguur is het druk op scholen, dus daar moet op geanticipeerd worden. Het is niet meer van deze tijd om dit manueel te doen. In enkele PXL-klaslokalen hebben we deze technologie al toegepast. We voorspellen hoeveel mensen er in een ruimte zitten op basis van de CO2-waarde van de week ervoor. We ventileren een uur van tevoren, aangezien er niet meteen geventileerd moet worden wanneer mensen een ruimte binnenstappen. Een betere oplossing is immers van tevoren ventileren, zodat de luchtkwaliteit langer behouden blijft.” Maar voor Bert Blocken mag CO2 niet de belangrijkste parameter zijn: “In deze pandemie gaat het om aerosolen en niet om CO2. Er is nog nooit iemand gestorven van 2000 ppm CO2, maar ongetwijfeld wel vanwege de daaraan verwante aerosolenconcentraties. Je moet ventilatie en lucht­reiniging toepassen op basis van de aerosolenwaarden. Luchtreinigers halen niet de CO2 uit de lucht, maar zorgen wel voor een zeer veilige omgeving wat aerosolen betreft. Ten slotte kost het ontzettend veel geld om altijd enkel excessief te ventileren. Dit is voor veel scholen zelfs onbetaalbaar vanwege de huidige energieprijzen. Denk aan de open ramen en deuren en ijskoude klassen in de voorbije winter. Vandaar opteer ik voor basisventilatie, aangevuld met luchtreiniging.”

De rol van de architect

Andy Camps haalt daarnaast de potentiële bijdrage aan die architecten kunnen leveren als eerste aanspreekpunt. “Ik merk vaak dat architecten, waarbij het ventilatieverhaal nog niet zo bekend is, beweren dat deze systemen te duur zijn. Onbekend is immers onbemind, maar technieken zijn tegenwoordig bijna niet weg te denken uit gebouwen.” “Bij standaardwoningen moet er ruimte bewaard worden voor het volledige ventilatiesysteem met geluidsdempers. Er kan compact gebouwd worden, maar dit vraagt voor meer puzzelwerk tijdens de planningsfase of overleg met de bouwheer. Roosters en ventielen die zichtbaar zijn, worden vaak niet geapprecieerd. Je kan een ventilatiesysteem plaatsen, maar de waarden van dit systeem moeten meetbaar zijn. Dat zorgt voor complicaties. Bepaalde zaken kunnen weggewerkt worden in bepaalde kleuren of achter een voorzetwand, maar hierover moet dan weer overlegd worden zodat het interieur nog naar behoren is. Architecten gaan hierover best de dialoog aan met de bouwheer.”

(geen onderschrift nodig)

‘“Ik merk vaak dat architecten, waarbij het ventilatieverhaal nog niet zo bekend is, beweren dat deze systemen te duur zijn.’

‘Roosters en ventielen die zichtbaar zijn, worden in standaardwoningen vaak niet geapprecieerd.’

‘Wanneer verschillende gebouwsystemen (koeling, verwarming, ventilatie, zonne­wering, etc.) informatie uitwisselen, kan de werking van die systemen geoptimaliseerd worden – en zo verhogen we de energiezuinigheid van het gebouw.’

Tijdens de coronapandemie was de boodschap: meer ventileren.

Fotobijschrift 6. (Beeld: xxxxx).

Fotobijschrift 7. (Beeld: xxxxx).

Fotobijschrift 8. (Beeld: xxxxx).

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details