Bosch Thermotechnology wil de leiding nemen als het gaat over energie-efficiënte oplossingen op vlak van verwarming, koeling of het opwekken van warm water. Met als doel: warmte, comfort en gezondheid voor gebruikers bieden, en tegelijkertijd de leefomgeving in bescherming nemen. Daarbij zweert de firma bij verschillende technologieën, want een breed aanbod is nodig om op alle vragen een antwoord te kunnen bieden.
Bij Bosch leeft men volgens het adagium ‘invented for life’. Het bedrijf creëert technologie voor het leven, en dat uit zich in het ontwerpen van innoverende, kwalitatieve en eenvoudig te bedienen toestellen. Topkwaliteit en betrouwbaarheid zijn twee voorname criteria waaraan alle producten moeten voldoen. De jongste jaren zet Bosch bovendien steeds meer in op digitalisering: een manier om klanten en producten met elkaar te verbinden.
Bosch is gespecialiseerd in uiteenlopende sectoren, van residentieel over industrieel tot commercieel, en technologieën: anders dan vele fabrikanten pint Bosch zich niet vast op één verwarmingsbron. Die multitechnologische aanpak is een grote troef van de firma, meent Gerd Vrieling, algemeen directeur bij Bosch Thermotechnology. “We zijn deze weg enkele jaren geleden zeer bewust ingeslagen. De waarheid is immers dat uiteenlopende situaties andere oplossingen vragen. We geloven in de belangrijke rol van de warmtepomp in de energietransitie – Bosch investeerde dan ook al meer dan 100 miljoen euro aan warmtepomptechnologie – maar geloven niet dat de warmtepomp in elk project de juiste keuze is. Daarom is een breed pakket noodzakelijk. België kent nog meer dan twee miljoen bestaande gebouwen die nog niet klaar zijn voor een warmtepomp. Die talloze verouderde verwarmingsinstallaties verduurzamen is de prioriteit. Wellicht is een tussenstap, in de vorm van een hybride systeem, noodzakelijk en haalbaarder.”
Bosch wil een pioniersrol in de HVAC-wereld blijven opnemen en mee een steentje bijdragen aan de energietransitie, vervolgt Vrieling: “Met ons huidige aanbod kunnen we tachtig procent van de vraagstukken in de markt beantwoorden, maar het eindpunt is zeker nog niet bereikt. Zo zijn de eerste projecten met fuel cell technologie lopende, een innovatie waar we heel hard aan werken. Ook in ontwikkelingen op vlak van waterstof investeren we voluit”, aldus Vrieling. De jongste jaren heeft Bosch zich bovendien toegelegd op het aanbieden van koeling. “De behoefte naar koeling is immers sterk toegenomen. Zeker in nieuwbouwprojecten is het nuttig en makkelijk haalbaar om een warmtepomp ook in te zetten voor koeling. Dan is de stap naar specifieke koelingoplossingen niet ver meer. Bovendien heeft de coronacrisis en de bijhorende lockdowns ons dubbel zo hard gewezen op het belang van comfort in huis. Efficiënte koeling speelt daar een belangrijke rol in, zeker nu we steeds meer te maken krijgen met hete zomers”, aldus Vrieling.
Ook de toenemende elektrificatie van de samenleving schept nieuwe mogelijkheden, zegt Vrieling. “Mobiliteit en wonen raken steeds meer onderling verstrengeld. Er zullen in de komende jaren steeds meer elektrische toepassingen op ons afkomen. Bosch wil een rol spelen in dit verhaal. Bovendien gaat dit fenomeen hand in hand met het toenemende belang van energiemanagement: een belangrijke sleutel om de gevraagde CO²-reductie te realiseren, maar transparantie verkrijgen in het energieverbruik is vandaag de dag eveneens noodzakelijk om de stijgende energiekosten de baas te kunnen. Je kan immers pas energiebesparingen realiseren als je een inzicht hebt in hoeveel energie je waarvoor verbruikt.”
Naast de energietransitie ziet Vrieling nog een belangrijke uitdaging: het gebrek aan geschoold installatiepersoneel. Daarom zet Bosch de jongste jaren meer in op prefabontwikkelingen, en wil het bedrijf installateurs ondersteunen via preventief onderhoud: “We kunnen data van verwarmingsinstallaties gebruiken om installateurs aan te sturen eenmaal ze het onderhoud verrichten. Zo weet een installateur meteen welke onderdelen hij nodig heeft en kan hij efficiënter te werk gaan. Dat sluit aan bij onze doelstelling om van ‘big data’ naar ‘smart data’ te gaan: de data zijn er, maar wat ga je er juist mee doen? Dat is dé grote uitdaging”, besluit Vrieling.