NLFR

Vakblad over installatietechniek, hvac, sanitair en elektriciteit
‘Installateurs kunnen de ambassadeurs van de energietransitie worden’
‘Samen zorgen we voor een laagdrempelige en consistente communicatie, waarbij het belang van de burger en de bedrijven voorop staat. De rol van de installateur is daarbij niet te onderschatten.’

‘Installateurs kunnen de ambassadeurs van de energietransitie worden’

Op de voorbije editie van Install Day stond er ook een aardig gevuld seminarieprogramma op het menu. Centraal stond LINK2030, de toekomststudie van Techlink over de impact van de energietransitie op de installatiesector. Verschillende sprekers lieten dan ook, vanuit hun expertise, hun licht schijnen op die energietransitie. 

Waarom is het zo moeilijk om die veelbesproken energie­transitie te realiseren? Dirk Van Ever­cooren, algemeen directeur de Organisatie voor Duurzame Energie (ODE) stond bij die vraag stil in zijn uiteenzetting. “Elke transitie vergt dat nieuwe dingen worden opgebouwd, terwijl andere wor­den afgebouwd. Dat leidt soms tot moeilijke fasen, waarin we ogenschijnlijk achteruit gaan in plaats van vooruit”, zegt Van Evercooren. 

Daar komt bij dat het begrip ‘energietransitie’ voor het publiek moeilijk te vatten is. In media wordt het debat nog al te vaak vernauwd tot de kernuitstap, terwijl het vervangen van fossiele brand­stoffen in transport, verwarming en industrie eigenlijk de grootste uit­daging vormt. “Mensen komen wel in aan­raking met enkele onderdelen van de energie­transitie, maar het bredere plaatje krijgen ze niet te zien. Het soms weinig consequente beleid helpt hen daar niet in.”

‘De vraag naar vernieuwende systemen zal toenemen, denk maar aan warmtepompen, smarthomesystemen, laadpalen, intelligente beheersystemen,… Installateurs moeten anticiperen op die stijgende vraag en hun klanten overtuigen van het nut ervan.’

Communicatie

Net om die reden gaf ook Véronique Vens (VEKA) een uiteenzetting over ‘Communiceren over de energietransitie’. Uit een marktonderzoek bij 1.000 Vlamingen kwamen immers enkele opvallende vaststellingen bovendrijven. 53 procent van de Vlamingen kent het begrip ‘energietransitie’ niet, 68 procent heeft geen, of slechts een vaag idee van de langetermijnvisie. De mogelijkheden van de digitale meter zijn bij amper 55 procent van de Vlamingen bekend. Het onderzoek gaf ook weer dat woningaanpassingen bij 6 op de 10 Vlamingen technisch gezien wel mogelijk zijn, maar financieel iets minder. Bij zij die wel bereid zijn om tot energetische maatregelen over te gaan, spelen zowel milieu- als financiële overwegingen een rol. 

Daarom rolt het Vlaams Energie- en Klimaat­agentschap in samenwerking met netbeheerder Fluvius een mediacampagne uit, onder de noemer ‘Mee met de stroom’. “De energietransitie is haalbaar als we er ook allemaal onze schouders onder zetten: dat is de centrale boodschap van de campagne”, zegt Vens. De campagne verloopt in meerdere fasen. Dat we de toekomst niet helemaal kunnen voorspellen, staat vast. Maar even goed dat de sleutelwoorden ‘zuiniger, slimmer en groener’ onze leidraad zullen vormen: van het grondig isoleren van je woning, het nauwer opvolgen van je energieverbruik via de digitale meter, over duurzaam verwarmen en op het juiste moment zelf opgewekte zonne-energie gebruiken. Al die aspecten komen aan bod, ook in de informatieve website www.meemetdestroom.be. Heel wat organisaties, waaronder ODE Vlaanderen en Techlink, werden partner van de energie­transitie. “Samen zorgen we voor een laag­drempelige en consistente communicatie, waarbij het belang van de burger en de bedrijven voorop staat. De rol van de installateur is daarbij niet te onderschatten”, aldus Vens.

Duidelijke signalen

In de aanloop naar de COP26 in Glasgow, eisten het klimaat en de nodige maatregelen opnieuw de aandacht op in de media. De klimaatplannen van de Vlaamse regering zijn ook ODE niet ontgaan. “De overheid moet eerst en vooral draagvlak creëren voor de energietransitie. Er zijn zeker stapjes in de goede richting gezet, maar al bij al is het nog veel te weinig”, zegt Dirk Van Evercooren. “We hoopten vooral op duidelijkere signalen vanuit de overheid. Een benzine-auto die je vandaag koopt, rijdt over tien jaar nog altijd rond. En een vandaag geplaatste stook- of gasolieketel gaat zelfs mee tot minstens 2040. Daarom moet je vandaag al duidelijk maken dat dit geen toekomstgerichte oplossingen zijn. Wie investeert in een verwarmingssysteem of een wagen, kiest best voor een oplossing die futureproof is.” De olifant in de kamer blijft de taxshift, die vooralsnog niet concreet wordt ingevuld.   

Voor Van Evercooren is het cruciaal dat fossiele energie meer belast moet worden. “We kunnen het ons niet veroorloven om ons nog eens twintig jaar te laten opsluiten in fossiele energiemodellen.”

Tegelijkertijd onderstreept ODE dat ook de aanbodzijde belangrijke stappen dient te zetten. “De installatiesector moét klaar staan”, aldus Van Evercooren. “De vraag naar vernieuwende systemen zal toenemen, denk maar aan warmtepompen, smarthomesystemen, laadpalen, intelligente beheersystemen,… Installateurs moeten anticiperen op die stijgende vraag en hun klanten overtuigen van het nut ervan – zij moeten aan hun klanten duidelijk maken dat de energietransitie ons meer comfort zal opleveren. Niet enkel in 2050, maar zelfs vandaag al. Installateurs kunnen de ambassadeurs van de energietransitie worden.” 

Dat was ook de boodschap van Veronique Vens: “Partners uit de sector hebben een voorbeeldfunctie. Ze ondersteunen de optimale energie-efficiëntie, ze engageren zich om als organisatie duurzamer met energie om te springen, en ze informeren hun eigen (potentiële) klanten over de energietransitie: wat deze inhoudt, wat het maatschappelijk belang ervan is, en hoe iedereen de transitie mee kan helpen realiseren.”

‘Zonne- en windenergie zullen ons energetisch systeem ingrijpend veranderen.’

Wallonië: hoge ambities, weinig resultaat

Niet alleen Vlaanderen staat voor grote uitdagingen, ook in Wallonië is de energietransitie een heet hangijzer. Fawaz al Bitar gaf vanuit Edora, de Waalse tegenhanger van ODE, het perspectief van de andere kant van de taalgrens weer. De kaarten liggen er anders dan in Vlaanderen, waar niet alle politici de lat even hoog leggen, aldus al Bitar. “De Waalse regering doet ambitieuze beloften op vlak van het terugdringen van de CO2-uitstoot (-55 procent) en stelt hoge doelen rond hernieuwbare energie. Wat dat betreft is Wallonië zelfs één van de meest ambitieuze regio’s van Europa. Alleen valt daar in de feiten weinig van te merken, want op het terrein beweegt er niet veel. Er wordt geen enkele reële maatregel voorgesteld om de klimaatdoelstellingen te ondersteunen. Sommige beslissingen, bijvoorbeeld wat betreft het vergunningsbeleid, staan zelfs lijnrecht tegenover die scherpe doelstellingen. Gemeenten denken nog al te vaak volgens het ‘Not in my backyard (NIMBY)’-principe, en het gewestelijke niveau fluit hen zelden terug. Het beleid gaat dus zo’n beetje alle richtingen uit.”

Tegelijkertijd laat Wallonië wel sterke stijgingen inzake hernieuwbare energie optekenen – wat deels te wijten is aan het feit dat er in Wallonië nog heel wat open ruimte is – maar tegelijkertijd blijven heel wat kansen onbenut, merkt al Bitar op. “Zo is het merendeel van de PV-installaties in Wallonië afkomstig van particulieren. Het potentieel zit hem vooral in grootschalige PV-projecten, maar dat blijft vooralsnog de achilleshiel. Ook inzake windenergie valt er een grote stijging te noteren, maar de meeste vergunningen worden consequent aangevochten bij de Raad van State door een kleine, maar goed georganiseerde groep tegenstanders. En dat terwijl 80 procent van de bevolking, zowel in de steden als op het platteland, voorstander is van windenergie. Toch staat het buiten kijf dat zonne- en windenergie ons energetisch systeem ingrijpend zullen veranderen. Zon en wind kunnen, in combinatie met elkaar, nu al gedurende 70 procent van de tijd in onze energiebehoeften voldoen. Om de tekorten op te vangen is er nood aan een flexibel energiesysteem, waarbij er zowel internationaal (bijvoorbeeld via een super grid – profiteren van de productie in andere landen waar op dat moment meer zon of wind voorhanden is) als lokaal (denk maar aan het principe om de elektrische wagen als thuisbatterij te gebruiken) grote mogelijkheden liggen.”    

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details