Artificiële intelligentie heeft zich in een mum van tijd opgeworpen als nieuwe gamechanger in onze samenleving. Ook op het vlak van toegangscontrole en beveiliging biedt AI heel wat mogelijkheden. Al is het (nog) niet allemaal rozengeur en maneschijn. In dit artikel zetten we de voornaamste voor- en nadelen op een rijtje.
Weinig tot geen topics die vandaag meer losmaken dan artificiële intelligentie. Het concept bestaat al een kleine zeven decennia, maar kwam de voorbije jaren in een stroomversnelling en profileerde zich letterlijk en figuurlijk met de snelheid van het licht als ‘het nieuwe normaal’. Vermits toegangscontrole een technologiegedreven discipline is, is AI ook in dit domein aan een razendsnelle opmars bezig. Traditionele systemen maken plaats voor AI-gebaseerde varianten die veiligheid, efficiëntie en gebruiksgemak een nieuwe dimensie geven.
Een van de meest voor de hand liggende voordelen van AI met betrekking tot toegangscontrole en beveiliging is een hoger veiligheidsniveau. Op basis van complexe algoritmes zijn AI-systemen in staat om razendsnel allerhande patronen te ontdekken in de eindeloze stroom data die wordt verzameld door badgelezers, beveiligingscamera’s, biometrische scansystemen, achterliggende softwareplatformen enzovoort. Dit impliceert dat ook afwijkingen of anomalieën meteen gedetecteerd worden. Het wordt voor niet-geautoriseerde personen met andere woorden steeds moeilijker – om niet te zeggen quasi onmogelijk – om toegang te krijgen tot bepaalde ruimtes of gebouwen. Een AI-systeem is nu eenmaal veel moeilijker om de tuin te leiden dan een mens van vlees en bloed.
Ook biometrische identificatie, een van de meest geavanceerde vormen van toegangscontrole, zal dankzij artificiële intelligentie efficiënter dan ooit verlopen. Wachtwoorden, codes, sleutels, toegangsbadges en zelfs smartphones zullen – conform de Europese AI Act – steeds vaker worden vervangen door specifieke individuele lichaamskenmerken als vingerafdrukken of irispatronen.
Een andere manier waarop artificiële intelligentie toegangscontrole- en beveiligingsprocessen positief kan beïnvloeden, is via automatisering. Denk bijvoorbeeld aan het toekennen en beheren van tijdelijke of permanente toegangsrechten. Tot voor kort kwam hier steevast een of andere menselijke interventie aan te pas, maar dankzij geavanceerde AI-systemen zou dit voortaan (grotendeels) automatisch moeten kunnen verlopen. De voordelen zijn navenant: meer efficiëntie en gebruiksgemak, minder werk voor gebouwbeheerders en/of het beveiligingspersoneel en in principe ook een lagere exploitatiekost. Aanvullend biedt koppeling en integratie met andere tools zoals videobewaking en tijdsregistratiesoftware nog heel wat mogelijkheden tot verdere optimalisatie. Om maar te zwijgen van de veelbelovende vooruitzichten met betrekking tot predictive maintenance. Lees: proactief onderhoud uitvoeren vooraleer zich problemen, storingen of defecten kunnen voordoen, met dank aan het patroonherkenningstalent van AI.
Iedere medaille heeft echter een keerzijde. Dat is bij artificiële intelligentie niet anders. Hoe gesofisticeerd bepaalde systemen ook mogen zijn en hoe goed alles ook gereguleerd lijkt: privacykwesties loeren steeds om de hoek, net als vals positieve of vals negatieve resultaten bij AI-gebaseerde toegangscontrole. Manueel overrulen kan soelaas bieden, maar dat neemt natuurlijk niet weg dat het tot frustraties of ongemakken kan leiden. Ook ‘bias’, oftewel het voorkomen van inherente vooroordelen door eenzijdige trainingsdata, is een belangrijk aandachtspunt. Manipulatie of misleiding door hackers is evenmin uitgesloten. Het goede nieuws is dat heel wat van deze potentiële nadelen alvast worden getackeld door de GDPR-regelgeving en de befaamde AI Act, die midden maart werd aangenomen in het Europees Parlement. Al blijven er uiteraard altijd minieme mazen in het net zitten waar gehaaide individuen of collectieven door kunnen glippen en is het zaak om steeds alert te zijn voor mogelijk misbruik.