NLFR

Vakblad over installatietechniek, hvac, sanitair en elektriciteit
Webinar buigt zich over energietransitie in de gebouwde omgeving
Maarten De Groote: ‘Het lijkt een vreemde conclusie in een tijdperk waarin zonnepanelen in een slecht daglicht komen te staan, maar PV heeft nog altijd een grote impact op de EPC-score.’

Webinar buigt zich over energietransitie in de gebouwde omgeving

Er is al heel wat inkt gevloeid over de energietransitie. Een pasklaar antwoord om de ambities te halen is er nog niet, maar wel een ­duidelijke vaststelling: zonder de gebouwensector, goed voor om en bij de helft van onze CO2-uitstoot, zal het niet lukken. Met die gedachte in het ­achterhoofd organiseerde een ‘Energy Encounter’ over het onderwerp. Verschillende experten bogen zich over de gebouwde omgeving en dan vooral de enorme uitdagingen die de verhoopte renovatiegolf met zich meebrengt. Hoe maken we de transitie naar een toekomstbestendig gebouwenbestand mogelijk? Wat zijn de struikelblokken? En wat zijn de mogelijkheden?

Om beter te duiden voor welke uitdaging we staan, liet Maarten De Groote, Senior Expert bij EnergyVille, het publiek kennismaken met het bredere plaatje. “96,5 procent van de Vlaamse woningen en appartementen hebben een energiescore lager dan A. Nochtans moet tegen 2050 elk residentieel gebouw over dat label beschikken. Om dat te behalen is een renovatiegraad van drie procent nodig, oftewel 95.000 woningen per jaar. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan”, stelde De Groote. In een studie, die binnenkort wordt gepubliceerd, gaat EnergyVille dieper in op de uitdaging. De Groote lichtte in zijn presentatie alvast een tipje van de sluier op. “We hebben 19.000 eengezinswoningen bestudeerd, en die opgedeeld in 135 types representatieve woningen. Rekening houdend met 10 potentiële renovatiemaatregelen schatten we in wat voor elk type woning het ideale pakket maatregelen is, en dus: welke route richting energielabel A de laagste investeringskost met zich meebrengt. Hierbij keken we niet enkel naar investeringskost, maar ook naar total cost of ownership (TCO)”, aldus De Groote.

Maarten De Groote: ‘Een renovatie kost handenvol geld, en heel wat huiseigenaren kunnen of willen die renovatie niet betalen.’

PV blijft interessant

De eerste, weinig verrassende, conclusie uit het onderzoek, is dat zonnepanelen een conditio sine qua non is: voor elk type woning maakt PV deel uit van het pakket maatregelen om een A-label te bekomen. De Groote: “Een renovatie met PV kost 33.000 euro, zonder PV loopt de investeringskost op tot 66.000 euro. Het lijkt een vreemde conclusie in een tijdperk waarin zonnepanelen in een slecht daglicht komen te staan (vanwege de heisa rond de terugdraaiende teller, nvdr.), maar PV heeft nog altijd een grote impact op de EPC-score.” Daarnaast kwamen de onderzoekers tot de conclusie dat het aanpakken van de gebouwschil een cruciale, maar kostelijke stap is. “Een prijsdaling van een deep renovation van de gebouwenvelop, zoals dak- en buitenmuurisolatie of vernieuwing van de ramen, zou daarom een game changer zijn”, concludeerde De Groote.

Warmtepomp: investeringskost tegenover TCO

Tot slot kwamen de onderzoekers ook tot de vaststelling dat de warmtepomp een interessante maatregel is voor het optimaliseren van de investeringskost. “Nochtans wordt bij renovaties slechts in 10 procent van de gevallen gekozen voor een warmtepomp, zo blijkt uit Europese cijfers”, aldus De Groote. De verklaring hiervoor wordt al snel duidelijk wanneer er ook naar TCO gekeken wordt. De Groote: “Wanneer je rekening houdt met de energieprijs, is het installeren van een warmtepomp in welgeteld 0 procent van de types woning een aangeraden maatregel. Vanwege het hoge prijsverschil tussen elektriciteit en gas – België kent de hoogste elektriciteitsprijs van heel Europa – is een gascondensatieketel interessanter. Ter vergelijking: als we deze oefening herdoen voor Nederland, waar men afstapt van gas, blijft de warmtepomp ook in het TCO-scenario overeind.” Het staat als een paal boven water dat de renovatiegolf bakken geld zal kosten: met deze tien maatregelen zal de totale Vlaamse investeringskost 78 miljard euro bedragen. Voor om en bij de 357.000 gebouwen zal deze inspanning zelfs niet volstaan voor een A-label, en is er nog eens 35 miljard euro nodig. “Een renovatie kost handenvol geld, en heel wat huiseigenaren kunnen of willen die renovatie niet betalen”, besloot De Groote. Verschillende experts uit uiteenlopende sectoren schoven daarna aan tafel om zich over de doelstellingen te buigen. Moderator Luc Pauwels, energiejournalist bij VRT, wilde starten met een positieve noot en vroeg aan de panelleden wat op vlak van innovatie de sterke punten in België zijn. “We zijn een dichtbevolkt land, en zo een ideale plek om pilootprojecten met nieuwe technologieën op poten te zetten”, zei Antoon Soete van de ESCO WAttson. “Technologie is natuurlijk maar één deeltje van de puzzel. Ook financiële en wetgevende aspecten zijn belangrijk. Alle stukjes moeten in elkaar passen. Als ESCO-bedrijf willen wij wel een zeker risico nemen, maar we hebben tegelijk ook investeringszekerheid nodig.”

Leo Van Broeck: ‘Belgische huizen zijn 40 à 50 procent groter dan het Europese gemiddelde, en onze energieconsumptie per gezin is twee keer zo hoog dan bij een doorsnee Europees gezin.’


‘België is een slagveld’

Voormalig Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck, de man die leeft volgens het adagium ‘een dag geen scherpe boutade uitgesproken, is een dag niet geleefd’, viel meteen met de deur in huis: “We moeten selectiever zijn op vlak van energiebronnen. In plaats van te spreken over integratie van gas en elektriciteit moeten we ervoor kiezen om alle fossiele brandstoffen simpelweg te verbieden. Als je een chirurg in dienst neemt, stuur je hem best meteen naar het slagveld. En een slagveld, dat is het bij ons: Belgische huizen zijn 40 à 50 procent groter dan het Europese gemiddelde, en onze energieconsumptie per gezin is twee keer zo hoog dan bij een doorsnee Europees gezin. De energietransitie vraagt ingrijpende maatregelen: als een kankerpatiënt koorts heeft, moet je niet voor verkoeling zorgen, maar wel zijn leukemie behandelen.” Van Broeck is dan ook voorstander van verregaande en verstrengde regelgeving. “Je kan mensen niet zelf laten beslissen. Als je kinderen laat kiezen wat ze eten, eten ze elke dag snoep.” Charlotte van de Water (Senior Expert Energy & Climate bij Agoria) is echter een andere mening toegedaan: “We moeten niet aan de mensen vertellen hoe ze moeten leven, maar hen alle mogelijkheden aanbieden. Voorlopig zijn slechts drie procent van de Belgische huizen klimaatneutraal. Als dat percentage wordt opgetrokken tot ongeveer 30 procent, zowel op de koop-als huurmarkt en ook voor sociale woningen, krijgen mensen de kans om te kiezen voor klimaatneutraliteit en doet de vraag-en-aanbod dynamiek zijn werk. Klimaatneutrale woningen zullen dan goedkoper en dus aantrekkelijker worden.”

Nieuwe keuken, badkamer of zwembad

“Mensen willen wel investeren in renovaties, maar kijken daarbij zelden naar duurzaamheid. Mensen tellen met plezier centen neer voor een nieuwe keuken, badkamer of zwembad. Maar wanneer het om een duurzame investering gaat, wil men meteen weten hoelang het duurt om de investering terug te verdienen en welke besparing ze oplevert”, merkte Freddy Van Bogget (Innovation Manager bij KBC Group) op. Dat is volgens hem voor een deel te wijten aan onduidelijkheid: “Elke expert zegt iets anders. Op de duur weten de mensen het zelf niet meer en steken ze hun geld liever in een nieuwe keuken.” Dat beaamde Valerie Barlet (Worldwide Strategy Officer bij AGC Glass): “Mensen investeren niet omwille van een voordelige terugverdientijd, maar voor hun eigen comfort. Wanneer het over pakweg isoleren gaat, moeten we dat niet meer omschrijven als ‘een goede business case’, maar als een investering die de waarde van je huis verhoogt.” De renovatiegolf vraagt niet alleen geld, maar ook mankracht: is er wel voldoende geschikt personeel om de renovaties uit te voeren? “Het zou goed zijn indien bouw- en installatiebedrijven minder tijd moeten besteden aan het overtuigen van de klanten en het uitleggen van de technologie”, zei Barlet. Door dit op een gegroepeerde wijze te doen, krijgen de bedrijven meer tijd om zich te focussen op het uitvoeren van de werkzaamheden.”

Housing as a service

Een ander probleem is volgens Van Broeck dat in België iedereen per sé huiseigenaar wil zijn. “Het is een misverstand dat rijke mensen hun eigen huis moeten bezitten. In welvarende landen, zoals Oostenrijk, Zwitserland of de Scandinavische landen, is huren veelal de norm. Roemenië is één van de armste landen van Europa, maar 90 procent van de bevolking is er wel huiseigenaar zonder een lening te moeten aangaan. We zitten opgezadeld met het verkeerde denkbeeld dat een eigen huis een soort airbag is, een voorafname op je pensioen. Maar eigenlijk is het een last. De gemiddelde Belg verhuist één keer in zijn leven – ruim onder het Europese gemiddelde –, en zit zo vast in huizen die te klein of vooral te groot zijn.” De voormalige Bouwmeester pleitte daarom voor ‘housing as a service’: “Je kan dan wonen in een huis dat 30 procent zuiniger en 20 procent goedkoper is, je blijft zo lang je wil, en je hoeft je niets aan te trekken van onderhoud. Je kan geen meerwaarde meer halen uit de grond, maar je heeft wel je hele leven almost at cost price”, klonk het overtuigd.

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details