Tagarchief: ATTB

Enorme toename van aantal warmtepompen in 2022

heat-pump-6209793_1920
Lees het gehele artikel

ATTB, de Belgische vereniging van leveranciers van verwarmingsmateriaal, kijkt – net als de rest van de wereld – terug op een heel bewogen jaar 2022. De invasie van Rusland in Oekraïne zorgde voor een ongekende opstoot van de energieprijzen en een versnelde afbouw van onze afhankelijkheid van (vooral Russisch) gas en olie.

De transitie naar meer hernieuwbare energie kreeg hierdoor een enorme boost, maar om aan de Europese ambities te kunnen beantwoorden hebben we dringend nood aan een stabiel, inspirerend en regelgevend kader voor 20 jaar.

Al sinds het Klimaatakkoord van Parijs (2015), waarin besloten werd om de klimaatopwarming te beperken tot 1,5 à 2 °C, was er sprake van een langzame energietransitie, weg van fossiele brandstoffen naar meer hernieuwbare energie en meer elektrische oplossingen. Maar de inval van Rusland in Oekraïne verplicht ons tot een veel snellere omschakeling.

REPower Europe

De nieuwe geopolitieke realiteit vereist krachtige maatregelen, liefst op Europees niveau. REPowerEU is het in mei 2022 voorgestelde plan van de Europese Commissie om de lidstaten zo snel mogelijk onafhankelijk te maken van Russische fossiele brandstoffen, de energietransitie te versnellen, massale investeringen in hernieuwbare energie te stimuleren en meer te focussen op elektrische oplossingen. Dat betekent onder meer dat ingezet wordt op een snelle groei van het aantal warmtepompen. Die groei is al volop bezig.

Enorme toename van het aantal warmtepompen

De groei van het aantal warmtepompen (alle technologieën samen) in ons land was vorig jaar ongezien groot. Met 30.000 installaties kunnen we spreken van een verdubbeling op een jaar tijd. Ook bij de zonneboilers was er een mooie toename tot bijna 20.000 m2 zonnecollectoren en het aantal warmtepompboilers werd zelfs 3 keer groter tot zo’n 30.000 stuks. De verwarmingssector verwacht dat deze trends zich zullen blijven doorzetten, alvast in 2023, en hoogstwaarschijnlijk ook de volgende jaren.

Deels kannibaliseert deze groei natuurlijk wel andere technologieën. Zo zien we bij de stookolieketels – waarvan al langer een daling verwacht werd – dat die nu ook effectief is ingezet: – 4 %. Dat is uiteraard ook te verklaren doordat in Vlaanderen geen stookolieketels meer mogen geïnstalleerd worden (of alleen bij hoge uitzondering). Maar ook de vloerketels op gas kenden een kleine daling.

Probleem: er ontbreekt een duidelijk regelgevend kader

ATTB pleit al jaren voor een stabiel, inspirerend en regelgevend kader voor bijvoorbeeld 20 jaar, in lijn met de Europese ambities. Maar onze bevoegde overheden weten blijkbaar nog altijd niet goed welke richting we uit moeten met de verwarming van onze gebouwen.

Bijvoorbeeld in het Vlaams Energieakkoord van vorig jaar was opgenomen dat in nieuwbouwwoningen nog een hybride warmtepomp mocht geplaatst worden, en werden daarvoor zelfs nog subsidies gegeven. Dat is toch echt niet zinvol! In goed geïsoleerde nieuwe woningen zou altijd voor een all-electric-oplossing, liefst met een warmtepomp, moeten gekozen worden. Hybride warmtepompen zijn een prima oplossing voor de – veel belangrijkere – renovatiemarkt.

De subsidies voor energiezuinige investeringen moeten verhoogd worden

Slechts 4 % van de eengezinswoningen en 6,5 % van de appartementen in ons land hebben nu al een A-label. Zo’n 96% van onze woningen voldoet dus nog niet aan de doelstellingen van 2050. De overheid zou toch moeten inzien dat daar een enorm potentieel aan energie- en CO2-besparing te vinden is. De huidige renovatiegraad zou wel minstens verdrievoudigd moeten worden.

De technologieën om die besparing te realiseren zijn er, dat is niet het probleem. Wat wel het probleem is: renoveren kost veel geld en de huidige subsidies volstaan absoluut niet.

Een middenklassengezin kan momenteel een subsidie van maximaal 17.500 euro krijgen, terwijl een degelijke renovatie tussen de 40.000 en 85.000 euro kost. Dat betekent dat heel veel gezinnen zelf nog een enorm bedrag moeten ophoesten. Zelfs voor de meest energiebewuste consumenten is dat in deze economisch moeilijke tijden vaak onoverkomelijk.

De overheid moet daarom dringend de subsidies voor energiezuinige investeringen verhogen. In de ons omringende landen liggen die trouwens al veel hoger. Indien dit niet gebeurt, krijgen we een kleine groene elite die het zich kan veroorloven om in de energietransitie mee te stappen, en een grote groep mensen die dat niet kan. We mogen die niet in de kou laten staan.

Energiebesparing bij renovaties is relatief gemakkelijk

De renovatiemarkt heeft heel veel potentieel om energie te besparen, en dat is ten andere relatief gemakkelijk.

De snelste methode: alle niet-condenserende ketels vervangen, dat zijn er nog steeds zo’n twee miljoen. Overschakelen naar een condenserende ketel zorgt al voor een energiebesparing van 30 tot 50 %, en reduceert de emissie per installatie met gemiddeld één ton per jaar. Overschakelen naar een (hybride) warmtepomp zorgt voor een besparing van 60 à 80 %.

We moeten hierbij wel vermelden dat ATTB volledig achter de Trias Energetica staat: je moet eerst de energievraag zoveel mogelijk beperken (bij renovaties betekent dit in de eerste plaats goed  isoleren), dan maak je maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen (zon, wind, grond, water), en om in de eventueel nog resterende energiebehoefte te voorzien maak je zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandsstoffen (bv. d.m.v. een warmtepomp of een condensatieketel). Maar om je oude verwarmingsketel te vervangen moet je echt niet wachten tot je woning supergeïsoleerd is.

De toekomst is aan een combinatie van technieken en energiebronnen

Binnen de energietransitie zal er nooit maar één oplossing zijn. Er zal een veelvoud van technologieën nodig zijn, en een grotere energiemix. De keuze zal altijd afhangen van wat beschikbaar is en wat niet. Van wat kan en wat niet.

Alles volledig op elektrificatie zetten is meer dan een brug te ver. De afhankelijkheid van één bepaalde bron is te risicovol (dat heeft de oorlog in Oekraïne duidelijk gemaakt) en technisch en financieel ook niet haalbaar.

Energie is hot, nu is het aan de overheid

Er zullen dit jaar maar weinig nieuwjaarsfeestjes geweest zijn waar niet over de hoge energieprijzen voor onze verwarming gepraat werd. En over hoe we energie kunnen besparen. De verwarmingssector wil dit jaar nog duidelijker en beter bekend maken dat alle nodige technologische oplossingen daarvoor reeds bestaan. We hoeven niet nog allerlei nieuwe dingen te ontwikkelen. De mensen willen meer dan ooit investeren in energiebesparing en de sector is er klaar voor. Nu is het aan de overheid om de nodige financiële middelen beschikbaar te stellen.

De huidige energiecrisis en de daarmee gepaard gaande energietransitie is enorm. Zo’n transitie is eenmalig, dat hebben wij nog nooit meegemaakt. Zeker voor de verwarmingssector is dit een enorme uitdaging: wij kunnen er als industrie voor zorgen dat de mensen in een van hun primaire levensbehoeften kunnen voorzien en tegelijk een belangrijke bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen. En daarmee de wereld een beetje beter maken dan hij nu is.

Verwarmen met lucht/lucht-warmtepomp levert besparing op tot 33%

Aircoheater[1]
Lees het gehele artikel

Door de hoge gasprijzen en de stimuli van de overheid om over te stappen naar hernieuwbare energie zitten warmtepompen in de lift. De Belgische vereniging van verwarmingsfabrikanten en -importeurs ATTB en warmtepompassociatie WPAC noteerden het voorbije half jaar een stijging van 200% in de verkoop. Warmtepompen van het type lucht/lucht worden helaas nog miskend als energiebesparende verwarmingsoplossing, ondanks hun sterk potentieel in renovatie. Ze brengen soms de duurzame uitkomst waar andere types warmtepompen moeilijk haalbaar zijn.

Tot nu toe vooral populair als koeling

De voorbije drie jaar werden in België 380.000 lucht/lucht-warmtepompen geïnstalleerd volgens de cijfers van ATTB en WPAC, de beroepsfederatie van warmtepompleveranciers. Tot voor de energiecrisis werden ze vooral verkocht als airco’s. Maar ze kunnen hun werking ook omkeren en als verwarming functioneren. Ze worden daarom soms omschreven als ‘omkeerbare lucht/lucht-warmtepompen’ of ‘aircoheaters’. Als we alle geplaatste aircoheaters uit 2021 deze winter voor verwarming gebruiken, zouden ze 1094 GWh duurzame warmte leveren.

Energiezuinig verwarmen zonder comfortverlies

Het seizoensrendement van lucht/lucht-warmtepompen voor verwarming lag de voorbije jaren rond de 4. Dat wil zeggen dat ze doorheen het jaar gemiddeld 4 kW warmte produceerden op basis van 1 kW elektriciteit. Ze leveren dus een serieuze kostenbesparing op de verwarmingsfactuur op, des te meer als er gratis zonnestroom beschikbaar is. Een welkome verademing voor velen als je weet dat heel wat Belgen nu aan comfort inboeten door de verwarming enkele graden lager te zetten of bepaalde ruimtes niet te verwarmen om te besparen op hun energiefactuur, zoals bleek uit recente onderzoeken van iVox. 

Renovatieoptie als ingrijpende werken niet mogelijk zijn

De meest gekende verwarmingswarmtepompen, lucht/water- en geothermische warmtepompen, werken het efficiëntst met een warmteafgiftesysteem op lage temperatuur: lagetemperatuurradiatoren, vloerverwarming of ventiloconvectoren. Het is niet in elke woning evident om een dergelijk systeem te plaatsen. Zeker in huizen waar er nog geen centraal verwarmingssysteem is, wat het geval is in zo’n 20% van het Belgisch woningbestand, vraagt het ingrijpende en kostelijke werkzaamheden.

Lucht/lucht-warmtepompen daarentegen verdelen de warmte via de lucht met binnenunits. Ze kunnen snel en met weinig breekwerk geplaatst worden. Dat maakt ze de geknipte oplossing voor woningen die nu decentraal verwarmd worden, bijvoorbeeld met gas- of accumulatiekachels, of voor woningen die gebonden zijn aan hogere temperaturen van het afgiftesysteem.

Overheid mist kansen voor klimaat

Lucht/lucht-warmtepompen kunnen een belangrijke bijdrage leveren om de doelen van de Europese Green deal en Fit for 55 te behalen: klimaatneutraal tegen 2050 en 55% minder CO2-uitstoot tegen 2035 tegenover 1990. Zeker als ze kunnen werken op CO2-neutraal geproduceerde stroom.

Om hun potentieel te benutten en de uitrol van warmtepompen in renovatie te versnellen, is het volgens ATTB en WPAC noodzakelijk dat de Belgische premiestelsels het lucht/lucht-systeem beter stimuleren en het niet meer uitsluiten als het ook kan koelen. Vlaanderen zette een eerste stap en kent al een premie toe voor lucht/lucht-warmtepompen die kunnen koelen als er ook zonnepanelen zijn. Die premie verdubbelt zelfs als de warmtepomp elektrische accumulatiekachels vervangt. De sectororganisatie vestigt er verder de aandacht op dat de koelrendementen bij de meeste fabrikanten de laatste jaren fel verbeterd zijn. De EPB- en EPC-softwaresystemen zouden ook dit rendement in rekening moeten brengen, zodat de meest energiezuinig koelende lucht/lucht-warmtepompen beter scoren.

Meer info:

​Stijgende energieprijzen verhogen belang van hydraulische inregeling

Waterzijdig_inregelen_5
Lees het gehele artikel

Sinds ATTB eind vorig jaar in een statement de hydraulische inregeling van verwarmingsinstallaties onder de aandacht bracht, is er heel wat veranderd. Vanwege de oorlog in Oekraïne swingen de energieprijzen immers het dak uit. En dat terwijl nog altijd veel te weinig mensen ­beseffen dat hydraulische inregeling voor een sterke energiebesparing kan zorgen. 

Al in december 2021 brak ATTB, met name de werk­groep ‘Hydraulica’ een lans voor het water­zijdig of hydraulisch afstellen van cv-installaties. De EPBD III richtlijnen verplichten elke EU-lidstaat immers om de verschillende domeinen van energie­besparende maatregelen toe te passen in de lokale regel­geving. Hydraulisch inregelen is een van de speerpunten van dat actieplan, maar volgens ATTB lopen we in België te veel achter de feiten aan. Verschillende sleutel­spelers uit de sector hebben daarom de krachten gebundeld. Binnen ATTB is een stuurcomité samengesteld, die bestaat uit enkele fabrikanten. Deze krijgt ondersteuning van een werkgroep en belangrijke stakeholders, om hydraulische inregeloplossingen voor gebouwen onder de aandacht te brengen bij de diverse overheden en andere stakeholders om op die manier de Europese doelstellingen te kunnen faciliteren en te realiseren. 

Mauro Manfredi, Managing Director bij Caleffi International. “In verschillende andere landen zien we sterke initiatieven naar boven komen, zoals in Frankrijk, Duitsland en Italië. In België is dat vooralsnog niet het geval, onder meer vanwege het complexe Belgische kader op vlak van regelgeving. Met ons statement in december gaven we een eerste schot voor de boeg. Intussen worden er verschillende initiatieven genomen, onder meer een studie vanuit het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA), en die zien er veelbelovend uit.”

‘Een correcte opbouw en deskundige opstart van de installatie is belangrijk. Hydraulisch inregelen is daar een essentieel onderdeel van.’ (Beeld: Flickr)

Niet alleen ‘omdat het moet’

Hydraulisch inregelen moeten we niet enkel doen omdat ‘het moet van Europa’ – in het licht van stijgende energiefacturen is besparen op energie geen overbodige luxe, en dat laat nu net de grote troef zijn van een goede hydraulische inregeling. Manfredi: “De oorlog in Oekraïne kunnen we nooit als iets positief omschrijven. Maar de tumultueuze geopolitieke situatie kan er wel voor zorgen dat duurzaamheid meer top of mind wordt.”

“Mensen gaan actief op zoek naar manieren om energie te besparen, maar weten vaak niet dat de oplossing eigenlijk voor de hand ligt. Alleen al het inregelen van een verwarmingsinstallatie kan enorme winsten opleveren, zonder bijkomende kost. Dat moeten we meer in de verf plaatsen”, voegt Christophe Jooris (Managing Director bij IMI Hydronic) toe. Manfredi: “In tegenstelling tot een klein jaar geleden hebben we nu veel meer troeven in de hand om de verschillende partijen te overtuigen van het belang. Ook de installateur heeft nu de argumenten om de eindconsument te laten inzien waarom die hydraulische inregeling zo voordelig kan zijn. Aspecten als CO2-reductie, energiebesparing en comfort maken het verhaal positiever op lange termijn. Op die boodschap hameren we: hydraulisch inregelen is een quick win, een stukje laaghangend fruit.”

Fierheid van de installateur

Jooris: “We zien nog altijd dat vele installateurs terughoudend zijn om hydraulische inregeling aan te bieden aan hun klanten – uit vrees dat de hogere eindfactuur ervoor zal zorgen dat de klant voor een concurrent kiest. Toch hopen we dat de fierheid bij installateurs primeert, dat ze willen bewijzen dat ze expert zijn in hun domein. Dan zal de eindklant ook sneller durven meestappen in dat verhaal.”

Ook de opkomst van nieuwe systemen gaat hand in hand met een verhoogde aandacht voor hydraulische inregeling. “Aan de cijfers van ATTB zien we dat de verkoopcijfers van warmtepompen in de lift zitten, in navolging van Nederland en Frankrijk. Een warmtepomp vereist een systeemaanpak en een hydraulische inregeling. Voor collectieve installaties geldt hetzelfde. Als je dan niet zorgt voor een waterzijdige afstelling, riskeer je op korte termijn problemen met de installaties”, aldus Manfredi. 

‘Het in balans brengen van een installatie is een eenvoudige en goedkope manier om in onze woningen en gebouwen een significante hoeveelheid energie te besparen.’ (Beeld: Caleffi)

Fouten vermijden

Ook fabrikanten van verwarmingssystemen er­varen de noodzaak van hydraulische inregeling. Rudy Ballegeer, Account Manager bij Jaga: “In tegenstelling tot bij bijvoorbeeld verlichting, is het niet altijd eenvoudig om de werking van radiatoren, vloerverwarming of ventiloconvectoren te controleren. Hoeveel water stroomt er precies door het toestel? Dat is moeilijk in te schatten. Daarom is een correcte opbouw en deskundige opstart van de installatie zo belangrijk. Hydraulisch inregelen is daar een essentieel onderdeel van. De opkomst van nieuwe technieken heeft die tendens alleen maar versterkt – we kunnen ons geen fouten permitteren.” 

Daarom is er ook nood aan controle-organismen, voegt Jooris toe. “Op dit moment kan bij wijze van spreken iedereen een verwarmings­installatie plaatsen. Je hebt geen certificaat nodig, tenzij je bij een warmtepomp de koel­leiding zelf moet aansluiten. Op vlak van de verwarmingswaterinstallatie leven we echt nog in het ‘wilde westen’.”

Publiek debat opentrekken

ATTB hoopt alvast dat de verschillende overheden in actie schieten en van dit thema een prioriteit maken. “Het is geen rocket science: mits goede wil vanuit de overheid, kan er veel in beweging komen. De partners op het terrein staan klaar om de nodige ondersteuning te geven”, aldus nog Manfredi. Hij hoopt ook de publieke opinie wakker te kunnen schudden. “In de media gaan de debatten nog heel vaak over gas-of kerncentrales. Over het in balans brengen van een installatie lees je niets in de krant. Dat is heel vreemd, want het is net een eenvoudige en goedkope manier om in onze woningen en gebouwen een significante hoeveelheid energie te besparen.”  

2021 was een goed jaar voor de verwarmingssector. Maar er waren ook wel wat gemiste kansen.

AdobeStock_324795996
Lees het gehele artikel

ATTB, de Belgische vereniging van producenten en invoerders van energie-efficiënte oplossingen voor een comfortabel binnenklimaat en sanitair warm water, kan ondanks de aanslepende pandemie terugkijken op een geslaagd jaar 2021. De problemen met de aanvoer van onderdelen en toestellen zorgden wel voor een zwakker vierde kwartaal.

De sector vraagt de bevoegde overheden om rekening te houden met de energiedoelstellingen van de recente klimaattop in Glasgow en maatregelen te definiëren die tot voldoende CO2-reductie leiden tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kost. De consumenten moeten ook beter geïnformeerd worden over alle energie-efficiënte technologieën die er op de markt zijn. En die zouden meer gestimuleerd en, gezien de exploderende energieprijzen, gesubsidieerd moeten worden.

2021 was alweer een erg golvend jaar, met pieken en dalen. Het rijk der vrijheid leek in de zomermaanden binnen handbereik te liggen maar uiteindelijk eindigden we bijna zoals in 2020, op een zucht van een lockdown. In deze onzekere tijden deed de verwarmingssector het verrassend goed.

Een piek in de verkoop tijdens de eerste 9 maanden, een diepe dip in de herfst

Na de relatief goede verkoopcijfers in 2020 volgde een heel sterk 2021. Alvast de eerste drie kwartalen waren uitstekend met, voor alle verwarmingsketels samen, een stijging met maar liefst 24% ten opzichte van 2020 en zelfs een winst tegenover het topjaar 2019. In het laatste kwartaal volgde dan een plotse daling, door tekorten in de toeleveringsketen. Daardoor bleef het resultaat uiteindelijk steken op + 14%.

De verkoop van warmtepompen (vooral lucht-water) steeg met 11% naar 17.000 stuks maar deze techniek blijft, in vergelijking met de 245.000 verkochte ketels, nog steeds slechts een klein deel van de markt innemen. En dat zal allicht zo blijven zolang warmtepompen bijna uitsluitend gebruikt worden bij nieuwbouw en bij zware energetische renovaties.

Een van de verklaringen van de goede cijfers is waarschijnlijk de aanhoudende pandemie. Veel mensen besteden nog steeds minder aan vakanties, reizen en etentjes en investeren meer in hun woning. Een andere hypothese is dat de explosief gestegen energieprijzen er velen toe aanzetten een efficiënt verwarmingssysteem te laten installeren.

De opmerkelijkste trend was de grote toename van het aantal verkochte stookolieketels. In Vlaanderen was dat zonder twijfel een onbedoeld gevolg van het zogenaamde ‘Stookoliedecreet’ (waardoor stookolieketels op termijn verboden worden). ATTB denkt dat veel mensen hun oude stookolieketel nog snel vervangen hebben om weer voor 20 jaar goed te zitten. Dat was niet echt de bedoeling van dat decreet en is uiteraard contraproductief wat betreft het verminderen van de CO2-uitstoot. De verwarmingssector vraagt, voor de uitfasering van de gasketels, overleg met de overheid over meer efficiënte regelgeving, opdat dit verhaal zich niet zou herhalen.

Goedbedoelde overheidsmaatregelen werken soms contraproductief

De federale en regionale klimaat- en energieplannen en -akkoorden zijn niet allemaal even concreet, maar ze gaan wel de goede richting uit. Hoe ze zullen gerealiseerd worden is minder duidelijk.

In Vlaanderen is vooral de renovatieplicht een positief signaal. Sinds 1 januari 2022 geldt die plicht voor niet-residentiële gebouwen, na 1 januari 2023 moeten ook de kopers van energieverslindende woningen die binnen de vijf jaar energiezuiniger maken. De verwarmingssector omarmt dergelijke energiezuinige maatregelen maar vindt dit tegelijk een beetje een gemiste kans. De overheid zou het sneller uitvoeren van die renovaties nog meer moeten stimuleren, zonder bepaalde technologieën te bevoordelen en andere te benadelen.

Ook het stookoliedecreet was op zich een goede beslissing, het is begrijpelijk dat stookolie uitgefaseerd wordt. Maar op korte termijn werkte dat contraproductief (zie hierboven). De vraag is ook of dat decreet op middellange termijn wél een substantiële bijdrage gaat leveren. In Wallonië zal immers nog lang met stookolie verwarmd mogen worden.

Voor de nieuwbouwmarkt, waar zo’n 10 à 15% van alle verwarmingstoestellen naartoe gaan, heeft de overheid haar werk goed gedaan. We zien daar een positieve evolutie van E100 via E60 naar E30 en zelfs energieneutraal. Maar er is nog altijd geen echt beleid op het veel belangrijker vlak van de renovaties. ATTB wil samen met de bevoegde overheden nadenken over de meest efficiënte maatregelen die daar kunnen en moeten genomen worden.

De overheid wil een pure elektrificatie van onze verwarmingssystemen terwijl het om technische redenen of redenen van betaalbaarheid in sommige gevallen toch wel nuttig is om wat breder te denken. ATTB meent dat alle technologieën evenwaardig moeten behandeld worden.

ATTB heeft voor elk bestaand gebouw wel een passende oplossing. En het is belangrijk dat over al die oplossingen gecommuniceerd wordt

Soms moet gewoon een ketel vervangen worden, soms gaat het om een ingrijpende energetische renovatie, meestal zit het werk van de verwarmingsinstallateur daar ergens tussenin. Maar voor ieder gebouw en in iedere situatie is er wel een energie-efficiënte oplossing.

Bij nieuwbouw en ingrijpende energetische renovaties zijn zowat alle verwarmingssystemen mogelijk. Maar de grootste winsten op het vlak van CO2-reductie zijn te halen bij de ‘gewone renovaties’, de ‘vervangingsmarkt’ zoals de sector dat noemt. Die vertegenwoordigen een marktaandeel van 65 à 70%. Het tempo om oude verwarmingsketels te vervangen zou absoluut moeten versneld worden. De overheden zouden energiezuinige investeringen veel aantrekkelijker moeten maken. Er is veel meer ondersteuning nodig. De betaalbare technische oplossingen moeten beter en sneller bekend gemaakt worden, er moet meer over gecommuniceerd worden, ze moeten gestimuleerd en ook gesubsidieerd worden. Dat zou heel wat kansen bieden voor de Belgische verwarmingssector.

De technologieën zijn beschikbaar, dat is niet het probleem. Of het nu zonne-energie is, gas, volledig elektrisch of hybride, met een warmtepomp … het maakt niet uit. Belangrijk blijft wel dat we dat het comfortniveau in onze gebouwen steeds voorop blijven zetten.

Er zou ook veel meer aandacht moeten gaan naar de mogelijkheden van hybride (in de betekenis van een combinatie van fossiel + warmtepomp) oplossingen in de vervangingsmarkt. Dat zou heel belangrijk kunnen zijn om de consument te overtuigen van de mogelijkheden van een warmtepomp. Het is gemakkelijk om naast een bestaande ketel een warmtepomp te plaatsen en het systeem als hybride te laten functioneren. Zo kunnen de mensen een nieuwe technologie zoals warmtepompen leren kennen.

Een hybride systeem biedt energiebewuste mensen ook de mogelijkheid om al mee te doen in de energie-en klimaattransitie. Want op het moment dat hun systeem draait op hun warmtepomp – in het tussenseizoen bijvoorbeeld- stoten ze bijna geen CO2 uit.

De interesse in zonneboilers neemt weer toe

De thermische zonne-energie (zonneboilers), nochtans een bijzonder efficiënte toepassing van hernieuwbare energie, heeft het al enkele jaren moeilijk en dat was in 2021 niet anders. Dat jaar heeft wel geleerd dat enkele bedreigingen voorheen verkeerd werden ingeschat.

Zo deed fotovoltaïsche zonne-energie het een groot deel van vorig jaar ook niet goed, onder meer door de onzekerheid rondom de terugdraaiende teller, en toch heeft de thermische sector daar niet van kunnen profiteren.

De problemen liggen dus elders. In de eerste plaats waarschijnlijk bij de jarenlange te lage prijzen voor gas en stookolie. Nadat die prijzen in het najaar enorm begonnen te stijgen, nam het aantal vragen over zonneboilers plots weer toe. De verkoop moet nog wel volgen.

De sector benadrukt dat thermische zonne-energie een heel mature technologie is waarbij alles op punt staat, met toestellen van gegarandeerde topkwaliteit.

Zowel bij nieuwbouw als voor hen die een bestaande boiler willen vervangen, is een zonneboiler of een warmtepompboiler dan ook zeker een te overwegen keuze. Ook qua prijs, subsidiematig en op het vlak van C02-reductie is dit een goede investering. Als iedereen zijn steentje bijdraagt maakt dat op de duur een groot verschil.

Een korte blik op de toekomst

Op korte termijn is het heel belangrijk is dat de mensen weer meer vertrouwen krijgen in nieuwe technologieën. Daarvoor moeten ze er eerst veel beter over geïnformeerd worden. Er circuleert veel informatie maar misschien nog meer desinformatie op het internet. En ook de installateurs durven elkaar wel eens tegenspreken. Dit biedt een unieke kans aan de overheid om meer actief correct te communiceren over alle verwarmingsoplossingen die er beschikbaar zijn. En de mensen aan te moedigen om niet automatisch te kiezen voor een 1 op 1 vervanging, ze kunnen beter iets toekomstgericht kiezen, zoals een hybride oplossing. Zo geven ze al het goede voorbeeld.

Een nieuwe uitdaging voor de sector, in de nabije toekomst, is het capaciteitstarief. We zullen moeten leren ons elektriciteitsverbruik te spreiden om pieken te vermijden. De technologie om dat te regelen bestaat al: smart heating zal ervoor zorgen dat de warmtepomp niet op hetzelfde moment aanslaat als de wasmachine of de kookplaat. Dat is zelfs al iets van de heel nabije toekomst: verwarmingsinstallaties zullen slim kunnen aangestuurd worden, of die nu elektrisch of hydraulisch of eender hoe zijn.

Iets wat de definitieve doorbraak van warmtepompen echt wel zou kunnen helpen is een speciaal elektriciteitstarief voor warmtepompen. Dat bestaat al in enkele andere landen. Indien dat er niet komt riskeren we dat minder mensen voor een warmtepomp zullen kiezen. En zo’n speciaal tarief, dat kan nu, dankzij de digitale meter. Dat is één van de voordelen daarvan.

Een ruime energiemix is mogelijk

Naast all electric-oplossingen ziet de verwarmingssector op langere termijn nog andere interessante mogelijkheden op het vlak van energietransitie. Vele gemeenten werken al samen aan warmtezoneringsplannen en onderzoeken de haalbaarheid van warmtenetten. Ook het gebruik van restwarmte en in een verdere toekomst biogas, methaan of waterstof kunnen deel uitmaken van de energiemix. Ook in die domeinen hebben de leden van ATTB dankzij testcases op kleine en grote schaal al de nodige expertise opgebouwd en is de technologie beschikbaar.

De verwarmingssector is er klaar voor

Ons land moet de komende jaren nog grote stappen vooruit zetten om de verwarmingssystemenin onze woningen koolstofarmer en duurzamer te maken. Vooral in bestaande gebouwen. De energie-efficiëntie moet fors verbeteren, het aandeel hernieuwbare energie moet sterk verhogen…ATTB en zijn leden zijn er klaar voor en hebben alle oplossingen voor alle situaties. Voor sommigen klinkt dit misschien verrassend maar ook de verwarmingssector is wel degelijk voor een reductie van de CO2-uitstoot! Maar het moet voor iedereen betaalbaar blijven.

Nieuwe raad van bestuur en nieuwe voorzitter voor ATTB

screens
Lees het gehele artikel

De bestuurders werden zoals statutair voorzien voorgesteld door de leden van de verschillende secties en benoemd door de algemene vergadering. Hun mandaat loopt gedurende twee jaar. De nieuwe voorzitter is Gerd Vrieling. Hij volgt de zeer gewaardeerde Patrick O op, die liefst 15 jaar bestuurslid was, waarvan 7 jaar als voorzitter.

ATTB, de Associatie voor de Thermische Technieken van België, profileert zich al vele jaren als informatie- en vertegenwoordigingsplatform voor haar sector bij de overheden en de bouwsector in het algemeen. De associatie werd in 1973 opgestart, telt een vijftigtal leden, vertegenwoordigt meer dan 100 merken en 95% van de sector van verwarmingsketels in België, 85% van de geothermische warmtepompen, 80% van de lucht-waterwarmtepompen en 80% van de zonneboilers.

ATTB telt 5 secties, met name: ‘Verwarmingsketels’, ‘Dienst na verkoop’, ‘Systeemcomponenten en technische adviezen’’, ‘Warmtepompen, wkk en biomassa’ en ‘Zonneboilers’. Elke sectie heeft zijn eigen verantwoordelijken die permanent contact houden met de aangesloten bedrijven en de markten waarin zij actief zijn.

ATTB: doel, visie en missie

ATTB verenigt de producenten en invoerders van systemen voor verwarming en productie van sanitair warm water op basis van traditionele en hernieuwbare energie, en aanverwante diensten en producten. De leden ontmoeten elkaar op regelmatige basis om ideeën en ervaringen uit te wisselen, evoluties op de markt te bespreken en relevante informatie te verzamelen.

ATTB verzorgt op een neutrale manier en zonder commerciële doelstellingen de bedrijfsoverstijgende communicatie naar en de relaties met installateurs, pers, overheid en andere relevante actoren. Namens de leden neemt ATTB tevens deel aan of organiseert relevante overlegplatformen, discussiefora, beurzen, seminaries, opleidingen en andere evenementen.

De leden van ATTB ontwikkelen en bieden producten en diensten aan die de consument maximaal comfort aanbieden op het vlak van ruimteverwarming en het verwarmen van sanitair water en het besparen van energie en CO2. Ze baseren zich hiervoor op actuele evoluties op technologisch vlak en streven naar een steeds hogere efficiëntie. Op die manier dragen de leden bij tot de nationale en internationale doelstellingen inzake CO2-uitstootreductie in het kader van het klimaatbeleid. De leden garanderen dat hun producten en diensten beantwoorden aan alle eisen op het vlak van veiligheid, kwaliteit, duurzaamheid en professionalisme.

Raad van bestuur

ATTB wordt geleid door een raad van bestuur De bestuurders worden voorgesteld door de leden van de 5 secties en benoemd door de algemene statutaire vergadering. Hun mandaat loopt gedurende twee jaar. De nieuwe samenstelling:

Voorzitter: Gerd Vrieling (Bosch)
Vice-vooorzitter: Hans Van der Perre (Groupe Atlantic)
Algemene secretaris en penningmeester: Alain Van Langeraert (Van Marcke)

Bestuurders: Robert Brandon (Vaillant), Bruno Haemers (Poujoulat), Eric Ladang (Aqualisys), Christophe Leroy (Viessmann), Wouter Peeters (NIBE), Wim Persoons (Thema), Yves Vanpoucke (Remeha).

De nieuwe raad van bestuur en alle leden van ATTB houden eraan Patrick O van harte te bedanken voor zijn jarenlang zeer geapprecieerd werk als bestuurslid en voorzitter van de ATTB. Ze verwelkomen ook zijn belofte dat ze de volgende jaren nog op zijn ervaring en expertise kunnen rekenen waar nodig. Maar uiteraard wensen ze hem in de eerste plaats toe dat hij vanaf volgend jaar nog lang en in goede gezondheid mag genieten van zijn welverdiende pensioen.

Meer info: www.attb.be

Alles weten over warmtepompen?

IWP-persbeeld-nieuwe-site
Lees het gehele artikel

Op zoek naar een eenduidig, niet-merkgebonden antwoord op alle vragen die je als bouwer of verbouwer over warmtepompen kan hebben? Surf dan naar www.InfoWarmtePomp.be, het objectieve warmtepompinfoplatform van sectorassociatie ATTB en beroepsfederatie WPAC, dat zopas volledig werd vernieuwd.

Warmtepompen hebben de wind in de zeilen. Vorig jaar werden ca. 30% meer warmtepompen verkocht dan in 2019. En tegenwoordig wordt 1 op de 2 nieuwbouwwoningen uitgerust met een warmtepomp.

Dit succesverhaal is niet verwonderlijk. De warmtepomptechniek, waarbij de natuurlijke warmte uit de grond, de lucht of het water wordt omgezet in warmte voor je centrale verwarming of sanitair water, is de meest efficiënte methode om op basis van hernieuwbare energie te genieten van meer comfort, en om het milieu én je portemonnee een dienst te bewijzen. Het rendement van een warmtepomp is immers hoog: tot 80% van de energie die ze levert wordt gewonnen uit de omgeving en is dus gratis en C02-vrij.

Alles over warmtepompen en warmtepompboilers

Hoe werkt een warmtepomp precies? Waarom zou ik een warmtepomp installeren? Welke soorten warmtepompen bestaan er? Waarvoor kan ik een warmtepomp gebruiken? Wat is het rendement van een warmtepomp? Wat zijn de richtprijzen voor warmtepompen? Heb ik een vergunning nodig? En op welke premies kan ik een beroep doen?

Voor een concreet, niet-merkgebonden antwoord op deze en nog veel meer vragen over warmtepompen of warmtepompboilers kan je terecht op www.InfoWarmtePomp.be, hét objectieve warmtepompinfoplatform bij uitstek.

Make-over

De website kreeg zopas een volledige make-over, zowel op grafisch als bouwtechnisch vlak, om als kandidaat-bouwer of -verbouwer nog sneller de info te vinden waarnaar je precies op zoek bent.

Zo vind je via de linkernavigatiekolom op www.infowarmtepomp.be voortaan ook interactievere buttons. Een lijst met veel gestelde vragen bijvoorbeeld, voor wanneer je via de horizontale infobuttons toch nog geen antwoord op je vraag gevonden zou hebben. Of een stappenplan, als je heel concreet aan de slag wil gaan. Alsook een directe link naar fabrikanten en installateurs van warmtepompen en een actueel overzicht van alle premies waarop je in de 3 Belgische gewesten recht hebt als je je verwarmingsinstallatie door een warmtepomp of warmtepompboiler vervangt.

Ook voor de projectmarkt

Op www.InfoWarmtePomp.be komen in de eerste plaats warmtepompen voor individuele woningen aan bod. Maar ook in de projectmarkt kan de warmtepomptechniek worden ingezet. In appartementsgebouwen, kantoren en openbare gebouwen bijvoorbeeld. Alsook in de industrie, land- en tuinbouw, horeca, handel, ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen, sportinfrastructuren of lokalen voor dataopslag.

‘Na de coronacrisis moeten we ook de klimaatcrisis ernstig aanpakken’

Vitocal-222-S_00016
Lees het gehele artikel

Rekening houdend met de uitzonderlijke situatie vielen de verkoopcijfers al bij al nog mee. Een sterke stijging van de warmtepompen, en slechts een lichte daling van het aantal verwarmingsketels, er zijn veel sectoren die het minder goed vergaan is. Hoe dan ook, zodra de corona­crisis grotendeels voorbij is, moeten we eindelijk de klimaatcrisis ernstig aanpakken. Europa moet al binnen 9 jaar, tegen 2030, 55 procent minder broeikasgassen uitstoten. Dat zal nog een enorme inspanning vragen. In ons land geeft vooral het verouderd en energie­verslindend woningpatrimonium belangrijke problemen. Miljoenen oude ketels blijven veel te veel CO2 uitstoten. De verwarmingssector vraagt zich af waarom vervuilende wagens wel streng aangepakt worden en vervuilende stookinstallaties niet.

Er werden vorig jaar 213.350 verwarmingsketels verkocht, dat is maar 3% minder dan in het topjaar 2019.

2020 was een heel complex jaar, dat is wel het minste wat we ervan kunnen zeggen. En 2021, met voor het eerst een virtuele Batibouw, begint ook al erg ongewoon. Voorspellingen doen is moeilijk, zo niet onmogelijk. Alles hangt af van het virus en zijn mutanten én van het al dan niet vlotte verloop van de vaccinaties, maar allicht zal alvast de eerste jaarhelft veel lijken op de situatie van vorig jaar. 

Verwarmingssector hield redelijk goed stand tijdens 1ste jaar van de coronapandemie

Het coronavirus zorgde in 2020 voor de doorbraak van het thuiswerken, ­digitale meetings en staycations. Doordat we minder op reis en op restaurant konden gaan, hebben heel wat mensen wat meer centen opzij kunnen zetten. Een gedeelte van dat spaargeld hebben ze geïnvesteerd in het verbeteren van het comfort van hun woning, onder meer door het vernieuwen van de ver­warmingsinstallatie. Dat blijkt toch uit de cijfers van de verwarmingssector, die al bij al nog niet zo slecht waren.

Hét succesverhaal van de verwarmingssector in dit coronajaar waren de warmtepompen. Alle types lieten een sterke stijging noteren, in het totaal met circa 30 procent.

Er werden vorig jaar 213.350 verwarmingsketels verkocht, dat is maar 3 ­procent minder dan in het topjaar 2019. Een kleine 200.000 daarvan ­waren gascondensatieketels. Het aantal condensatieketels op stookolie is lichtjes is gestegen, al blijft het marktaandeel daarvan wel heel beperkt: 6 procent. Wat de trend van de vorige jaren blijft volgen is de forse daling van het aantal niet-condenserende lagetemperatuurketels. Dit is vanuit ecologisch oogpunt natuurlijk wel een goede zaak.

Minder positief is de vaststelling dat de vraag naar zonneboilers blijft dalen, zelfs heel sterk: min 35 procent. Vriend en vijand zijn het er nochtans over eens dat zonnethermie een uitstekende techniek is. De oorzaak van deze ­daling ligt volgens ATTB grotendeels, zo niet uitsluitend, bij de overdreven eenzijdige aandacht voor fotovoltaïsche (PV) zonnepanelen, zowel bij de overheid als in de media.

Hét succesverhaal van de verwarmingssector in dit coronajaar waren de warmtepompen. Alle types lieten een sterke stijging noteren, in het totaal met circa 30 procent. Tegenwoordig wordt ongeveer 1 op de 2 nieuwbouwwoningen uitgerust met een warmtepomp. Warmtepompboilers deden het wat minder goed: min 10 procent. Ook dit is allicht te wijten aan de rush op PV-panelen. 

De energiesector staat voor diverse uitdagingen in 2021 en daarna

De verwarmingssector verwacht zeker de eerste maanden nog een positieve tendens. Een beetje cru gesteld: dankzij het virus. Zolang we moeten thuiswerken en reizen afgeraden wordt, zal de aandacht voor het thuiscomfort en dus voor een goede en energiezuinige verwarmingsinstallatie behouden blijven. Zodra we weer echt vakantie kunnen nemen, en op reis, café en restaurant kunnen gaan, zullen we allicht een tijdlang andere prioriteiten stellen. 

De thermische sector ziet wel nieuwe kansen voor de zonneboiler. Zonneboilers moesten het de laatste jaren opnemen tegen PV-installaties, die door de gratis stroombuffering in het elektriciteitsnet een aanzienlijk concurrentieel voordeel genoten. Door het recente arrest van het Grondwettelijk Hof valt dit voordeel nu weg, waardoor er hopelijk wat meer aandacht komt voor de zonneboiler, zowel van de diverse overheden als van het publiek. De sector hoopt dan ook dat de zonneboiler, na 7 slechte jaren, het in 2021 eindelijk weer beter zal doen.

De vraag stelt zich ook welke invloed de wijziging in het berekenen van onze elektriciteitsfactuur vanaf 1 januari 2022 zal hebben. Dan wordt een capaciteitstarief ingevoerd en zal niet langer gekeken worden naar de totale hoeveelheid stroom die we in een jaar verbruiken, maar wel naar het verbruik op piekmomenten, wanneer een aantal huishoudapparaten tegelijk aanstaat, de warmtepomp werkt, de elektrische wagen opgeladen wordt … Zou dit niet het geschikte moment zijn om de hoge lasten op de stroomprijs te verlagen?

Na de coronacrisis, weer aandacht voor de klimaatcrisis. 

55% minder CO2-uitstoot tegen 2030? Wie zal dat betalen? De Europese leiders zijn het in december 2020 eens geraakt om de uitstoot van broeikas­gassen – op Europees niveau  – met minstens 55 procent te verminderen tegen 2030. Ons land heeft zich geëngageerd om tegen datzelfde jaar de CO2-uitstoot met 35 procent te doen zakken. Hoe we dat concreet zullen doen, hangt af van de regio’s. In ieder geval zal ons oud en energie­verslindend woningpatrimonium ingrijpend moeten  aangepakt worden om het energiearm te maken. 

Onze nieuwbouwwoningen zijn oké, maar wat met de honderdduizenden renovaties die nog nodig zijn? Om een oudere woning energiezuinig te renoveren, is 50.000 tot 80.000 euro nodig. Velen hebben dat geld gewoon niet, of ze willen hun centen niet daarvoor gebruiken. En de huidige premies – al zijn ze wat opgetrokken – volstaan absoluut niet om energiezuinige investeringen op te vangen. En wat met de huurwoningen? Hoe kunnen eigenaars ertoe worden aangezet om die energiezuinig te maken? Een verplichting zal op de een of andere manier nodig zijn, net als voor het vervangen van verouderde verwarmings­installaties. Waarom worden vervuilende auto’s uit onze steden geweerd, maar mogen veel meer vervuilende stookinstallaties wel blijven functioneren?

Naast budgettaire en ecologische stellen er zich ook praktische problemen. Er is veel te weinig gekwalificeerd personeel om de nodige renovatie- en installatiewerken uit te voeren, waardoor de wachttijden voor de potentiële verbouwers steeds langer oplopen. De bouwfederaties voeren wel campagne om jongeren en ouderen te overtuigen een job in de bouwsector te zoeken, maar onze politici nemen daaromtrent geen enkel initiatief.

Een aantal onder hen heeft natuurlijk andere katten te geselen, maar ze zijn toch niet allemaal minister van Gezondheid? 

Waarom geen LEZ (lage-emissiezone) voor verwarmings­installaties?

Lees het gehele artikel

ATTB, de Belgische vereniging van leveranciers van verwarmingsmateriaal, stelt voor het zoveelste jaar op rij vast dat de vervanging van nog steeds bijna twee miljoen verouderde verwarmingsketels in ons land veel te traag verloopt. Onze gebouwen blijven daardoor veel te veel CO2 uitstoten, waardoor we nooit de Europese klimaatdoelstellingen van 2030 en 2050 zullen halen. De overheid moet dan ook dringend ingrijpen. Waarom niet door het instellen van een LEZ voor verwarmingsinstallaties? Het moet toch mogelijk zijn om, mits de nodige ondersteunende maatregelen, tegen 2030 alle oude ketels te vervangen? De verwarmingssector is er in ieder geval klaar voor.

Om de luchtkwaliteit te verbeteren werd al in Antwerpen, Brussel en Gent een lage-emissiezone ingesteld met een beperkte of verboden toegang voor oude, vervuilende (diesel)wagens. Luik en Charleroi zullen waarschijnlijk volgen. Maar als je weet dat de verwarming van onze gebouwen op jaarbasis bijna evenveel vervuilt als het verkeer, en in de winterperiode zelfs meer, waarom worden er dan geen lage emissiezones voor verwarmingsinstallaties ingesteld? Als onze politici zo bezorgd zijn over de luchtkwaliteit, dat ze honderdduizenden autobezitters voor voldongen feiten stellen, dan zou het vervangen van oude verwarmingsinstallaties toch ook een topprioriteit moeten zijn?

Een LEZ voor verwarmings­installaties zou een grote stap voorwaarts zijn om toch aan de klimaatnormen te voldoen

De Belgische klimaatdoelstelling tegen 2020 (5% minder CO2-uitstoot tegenover 2005) kunnen we al niet meer halen. Willen we die van 2030 (- 35%) en 2050 (klimaatneutraal) wel halen, dan moet ons land op korte termijn een heel grote stap voorwaarts zetten. En dat kan, want de technologie om die klimaatdoelstellingen te behalen, bestaat vandaag al.

We bannen terecht verouderde wagens uit de stadscentra, maar verwarmen veel gebouwen in die steden met een technologie die vaak nog veel ouder is. Niet-condenserende gas- of stookolieketels stoten veel meer CO2 uit en verbruiken veel meer energie dan nodig is. Indien we van heel het land een lage-emissiezone voor verwarmingsinstallaties zouden maken, en alle twee miljoen verouderde ketels door condensatieketels of warmtepompen vervangen, zou de CO2-uitstoot zodanig verminderen dat we al een groot deel van de Europese eisen ter zake kunnen respecteren. Een verlaagde uitstoot van 1 ton CO2 per ketel betekent inderdaad 2 miljoen ton minder CO2-uitstoot. En tegelijk besparen we 15.000 GWh, dat is ruim 10% van alle energie die we gebruiken voor het verwarmen van onze gebouwen.

De overheid zou dan wel zo snel mogelijk een definitieve einddatum moeten stellen op het gebruik van niet condenserende atmosferische ketels. En waarom zou dat niet 2030 kunnen zijn? Dat is nog 10 jaar. Alle vervuilende ketels vervangen in een decennium, dat moet toch mogelijk zijn?

Het kan wel in het buitenland

In het Verenigd Koninkrijk heeft men besloten tot een versnelde uitfasering van de minst efficiënte verwarmingsketels, in het kader van het Boiler Scrappage Scheme. Daar geeft de overheid via de Energy Savings Trust een kortingsvoucher ter waarde van 400 pond (470 euro) voor de aanschaf van een nieuwe hoogefficiënte verwarmingsketel ter vervanging van een oude ketel.

In Duitsland begon men eerst, in het kader van de EnEV Energieeinsparverordnung die tot doel heeft de CO2-uitstoot drastisch te verminderen, met het labelen van het ketelpark om de eigenaars/bewoners te sensibiliseren. Daarna werd in steeds meer regio’s de vervanging van ketels van 15 tot 20 jaar verplicht. Zo zal men daar op korte tot middellange termijn alle verouderde ketels kunnen verwijderen.

2.000.000 ketels vervangen op 10 jaar tijd, dat is 200.000 per jaar. Kan dat? ATTB is overtuigd van wel. (Beeld: ATTB)

 

Dus moet het ook kunnen in ons land

Onze politici moeten hun verantwoordelijkheid nemen en bij de bevolking zorgen voor een voldoende groot draagvlak voor zo’n LEZ voor verwarmingsinstallaties. Dat kan mits een duidelijke communicatiecampagne en ondersteuning door premies en subsidies, zodat het voor iedereen haalbaar en betaalbaar is.

Maar een LEZ moet ook een afdwingbaar karakter hebben, want groot­verbruikers – zoals eigenaars van grote villa’s met verwarmde zwembaden, die eigenlijk prioritair moeten aangepakt worden – zijn minder gevoelig voor een of andere beperkte financiële tegemoetkoming.

In de verwarmingssector geeft Gas.be het goede voorbeeld door een premie van 500 euro te geven aan eigenaars die hun oudere ketel vervangen (vanaf januari 2020 ketels van 20 jaar).

De verwarmingssector is er klaar voor

2.000.000 ketels vervangen op 10 jaar tijd, dat is 200.000 per jaar. Kan dat? ATTB is overtuigd van wel.

De sector beschikt over ruim voldoende mogelijkheden en expertise om aan de vraag te voldoen. De oplossingen die de producenten, verdelers en installateurs aanbieden zijn realistisch, future proof en betalen zichzelf terug. De voordelen van condensatieketels zijn inmiddels ruim voldoende bekend, en ook de diverse toepassingen van warmtepompen zijn de kinderschoenen ontgroeid en zijn nu een volwassen technologie, lang niet meer iets voor alleen maar groene jongens.

Neen, ATTB smeekt niet om meer werk: de verkoop gaat in stijgende lijn

Wie de vraag om een LEZ voor verwarmingsinstallaties zou interpreteren als een teken dat de sector om werk verlegen zit, vergist zich. Net als de vorige jaren blijft de verkoop van verwarmingsketels op gas en van alle types warmte­pompen duidelijk in stijgende lijn gaan, die laatste met + 30%. Warmtepompboilers kennen, dankzij de premies, zelfs een meerverkoop van 60%, maar vertegenwoordigen nog altijd maar 10% van de markt, 90% blijven gewone elektrische boilers.

De verkoop van stookolieketels daalt, maar relatief weinig, zeker in vergelijking met andere landen.

Toch is ATTB is niet echt tevreden. Meer dan de helft van onze landgenoten verwarmt nog steeds met een verouderde olie- of gasketel en onze politici moeten daar dringend iets aan doen. Met de technologieën die vandaag beschikbaar zijn, zijn de klimaatdoelstellingen van 2030 perfect haalbaar. We hebben enkel duidelijke, politieke omkadering nodig die de energiesector hierbij begeleidt en stuurt. Een LEZ voor verwarmingsinstallaties zou een grote stap in de goede richting zijn.  

Elektriciteit vijf keer zo duur dan gas

Lees het gehele artikel

‘Elektriciteit is duur’: het lijkt in België een even waterdichte wetmatigheid als de stelling ‘water is nat’. De hoge elektriciteitsprijs is het gevolg van enerzijds politieke keuzes, zoals de bovengemiddelde belastingsdruk op elektriciteit, en anderzijds van de onzekerheid over de kernuitstap. Intussen blijft de hoge elektriciteitsprijs een rem op de doorbraak van technologieën als de warmtepomp.

Toen verschillende kranten afgelopen zomer uitpakten met het bericht dat ‘stroom nergens zo duur is als in België’, was dat niet meer dan de bevestiging van iets wat vele mensen al lang vermoedden. De elektriciteitsprijs is al jarenlang onderwerp van discussie, en de cijfers van Eurostat leken dat alleen maar te bevestigen. De feiten: een Belgisch gezin betaalt 0,28 euro per kilowattuur elektriciteit. Uitgaande van een gemiddeld jaarverbruik van 3.500 kilowattuur komt dit neer op 996 euro per jaar: 80 procent meer dan een doorsnee gezin in andere Europese landen betaalt. In geen enkel land uit het onderzoek is stroom duurder, al moet er wel bij gezegd worden dat Duitsland, Italië en Spanje niet in de analyse zijn opgenomen. Maar in Nederland en Frankrijk ligt de jaarlijkse rekening meer dan 400 euro lager.

25 procent boven het Europese gemiddelde

Elektriciteit Hoog- en laagspanning

Een Belgisch gezin betaalt 0,28 euro per kilowattuur elektriciteit. Uitgaande van een gemiddeld jaarverbruik van 3.500 kilowattuur komt dit neer op
996 euro per jaar: 80 procent meer dan een doorsnee gezin in andere Europese landen betaalt.

 

In België zijn de basisprijzen van de leveranciers al bij de duurste in Europa – met 7 cent per kW liggen die basisprijzen 25 procent boven het Europese gemiddelde. Maar een minstens even belangrijke factor, zijn de hoge netkosten (de hoogste van alle onderzochte landen: 25 procent van wat de Belg betaalt gaat naar de producent of leverancier) en de heffingen en belastingen die de regering heft op elektriciteit. Enkel in Denemarken en Portugal ligt de belastingsdruk op elektriciteit nog hoger.

In Knack merkte Marc Van den Bosch van de Federatie van Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven (FEBEG) op dat de prijzen niet alleen in België stijgen, maar ook in andere Europese landen. Bovendien, zo stelt Van den Bosch, “zijn de prijzen tussen 2006 en 2016 bijna constant gedaald. Ook na de recente klim zitten we nog maar op het niveau van 2011. Alleen voelde de consument daar weinig van, omdat de andere onderdelen van de factuur, zoals belastingen, distributie- en transmissiekosten, zijn gestegen.”

De keuze om energie sterk te belasten is natuurlijk een politieke keuze, zoals Ronnie Belmans van onderzoekscentrum EnergyVille uitlegt aan De Standaard: “Groenestroomcertificaten, openbare dienstverlening en sociale verplichtingen zoals elektriciteit voor lage inkomens zitten in België in de elektriciteitsfactuur verwerkt. In andere landen komt dat uit de algemene middelen.”

Het einde is niet in zicht: in januari verscheen in Het Nieuwsblad het bericht dat de stroom in de toekomst wellicht nog duurder zal worden. Dat komt omdat ‘prijsbrekers’, de kleinere leveranciers die zichzelf met lage tarieven in de markt zetten, het steeds moeilijker (zullen) krijgen. Dat is het gevolg van de prijsstijgingen op de energiemarkten, waardoor de prijsbrekers het steeds moeilijker hebben om de lage tarieven naar de bevolking toe te behouden. Volgens Christophe Degrez van Eneco zijn hoge elektriciteitsprijzen onvermijdelijk, vanwege de massale investeringen die in België moeten gebeuren in de verdere uitbouw van de windenergie op zee, de versterking van de elektriciteitsnetten en de nood aan nieuwe elektriciteitsproductie ter vervanging van de kerncentrales.

Onzekerheid

Het woord is gevallen: kerncentrales. Wellicht het meest polariserende onderwerp met betrekking tot energie. Moeten België nu net meer of minder een beroep doen op kernenergie? Meer, zeggen voorstanders, want het is een propere technologie die ons land in staat stelt om de klimaatdoelstellingen te behalen. Een kerncentrale stoot immers geen CO2 uit. Tegenstanders hekelen dan weer de hoge kosten, de risico’s die centrales met zich meebrengen en het radioactief afval. Zij geloven in een model gebaseerd op hernieuwbare energie, met conventioneel aardgas in de overgangsperiode.

Elektriciteit Hoog- en laagspanning

Officieel sluiten de zeven kerncentrales in België in 2025. Om de bevoorradingszekerheid te garanderen moeten er zeven nieuwe gascentrales gebouwd worden. De ontslagnemende regering Michel-II keurde in januari nog een wetsontwerp goed dat die bouw een duwtje in de rug moet geven. Toch is de kernuitstap verre van een feit, en wellicht wordt dit onderwerp zelfs één van de twistpunten van de komende federale en regionale verkiezingen. N-VA toont zich daarbij een grote voorstander van kernenergie. Tekenend in dat opzicht is de aanwezigheid van de Amerikaanse lobbyist Michael Shellenberger op een campagnedag van de partij. Shellenberger is een zogenaamde ecomodernist en legt de nadruk op kernenergie als oplossing voor het klimaatvraagstuk.

Marktwerking verstoord

Het is mede die onzekerheid over de toekomst van ons energiemodel die de hoge elektriciteitsprijzen mee in stand houdt. “Zolang er geen duidelijkheid bestaat over de kernuitstap, wordt er niet geïnvesteerd. Het verstoort dus de marktwerking”, aldus Belmans. “Zolang beleidsmakers de deadline voor het sluiten van de kerncentrales in vraag blijven stellen, zullen bedrijven en consumenten twijfelen om te investeren in duurzame alternatieven”, stelde de Associatie voor thermische technieken in België (ATTB) afgelopen maand nog. Een definitieve beslissing over de kernuitstap en een langetermijnvisie op de energietransitie, zonder marktverstorend te werken, zijn voor ATTB essentieel.

Innovatieve technieken die op elektriciteit werken, hebben het moeilijk als gevolg van de hoge elektriciteitsprijzen. En dan hebben we het natuurlijk in de eerste plaats over warmtepompen, die maar moeilijk doorbreken omdat gas een pak goedkoper is dan elektriciteit – en dan komt de gebruiker al snel uit bij een (condenserende) gasketel. “In 2017 werd door onze overheid een groene taxshift voorgesteld: door meer belastingen te heffen op fossiele brandstoffen en minder op elektriciteit moest het gebruik hiervan aantrekkelijker worden. Maar wat stelden we vast in 2018? Elektriciteit kostte 5,7 keer meer dan gas! We zijn daarmee het duurste land van Europa voor elektriciteit”, aldus ATTB.