Veertig jaar geleden studeerde ik geschiedenis. Vakgebied ‘nieuwste tijden’, zoals dat toen heette. De Franse, industriële en Russische revoluties, quoi… M’n thesis had als titel ‘de stoommachine van James Watt en de maatschappelijke impact ervan’. De link tussen maatschappij, milieu, energie en geschiedenis zat en zit in mijn DNA. Ook toen ik in 1999 een carrièreswitch maakte en professioneel actief werd in de energiesector.
Veertig jaar geleden studeerde ik geschiedenis over revoluties. Vandaag schrijf ik geschiedenis. Samen met jullie, installateurs HVAC, werknemers en werkgevers in de energiesector. En staan we op de barricaden van een energierevolutie. Wij zijn de voorhoede, de ‘first movers’. Wij tonen de weg. Wij overtuigen mensen om te investeren in de toekomst en vertellen gepassioneerd over het mirakel van de warmtepomp – ‘uit één kWh elektriciteit haal je 4 kWh warmte, dat is straffer dan Jezus met zijn vissen’ – en het wonder van zonnepanelen: ‘zélf thuis spotgoedkope stroom maken uit zonlicht, de moeder van alle energiebronnen’.
Als het stof van die revolutie zal neerdwarrelen dan zijn fossiele en kerncentrales nog slechts een kwalijke herinnering, werken we van thuis uit in een door een warmtepomp verwarmde E-30 woning die zijn stroom haalt uit onze elektrische wagen die tijdens de dag thuis, op het werk of aan de supermarkt zonnestroom heeft geladen en ’s avonds zijn stroom teruggeeft. ‘Vehicle to grid’, is dan de norm geworden. Op grijze dagen neemt hij stroom van het net dat bevoorraad is met vooral offshore windenergie, want onshore windturbines zijn nagenoeg verdwenen vanwege minder efficiënt.
75% van de Belgische stroom komt dan uit zonnepanelen: niet alleen ons dak bevat dan dubbel zo krachtige panelen als vandaag, ook de zuidelijke wanden van gebouwen en zelfs onze ramen bevatten zonnecellen die stroom genereren. Onze gebouwen zijn elektriciteitscentrales én warmte/koude-centrales geworden. In de zomer koelen we de gebouwen en stoppen de warmte in BEO-velden die we er in de winter terug uit halen en upgraden.
En als straks de kleinkinderen komen, dan vertellen we hen over de tijd van toen. Toen sommigen nog dachten dat kerncentrales langer open houden een toekomstgerichte oplossing was, de billen toeknijpend dat de toekomstige generaties het afvalprobleem wel zouden oplossen. Toen we voor 90 % van onze energie afhankelijk waren van schurkenstaten die we jaarlijks miljarden betaalden voor hun olie en gas, Toen energie nog gelijk stond aan milieuvervuiling en klimaatopwarming. Toen we nog zelf het stuur moest vasthouden om zich te verplaatsen en door ’s mensen onhandigheid kinderen in het verkeer stierven. Toen mensen hun energiefactuur niet konden betalen. Toen men nog met zonne- en windenergie lachte en men nog nooit gehoord had van een warmtepomp., Toen ministers groene statistieken kochten in Denemarken en Litouwen omdat de Europese verplichtingen te halen.
Onze jongste kleinkinderen zullen ons met grote ogen vragend aankijken: “Echt opa?” En onze puberende kleinkinderen zullen kritisch vragen: “En stond jij aan de goeie kant van de geschiedenis, opa?” En dan kunnen wij met uitgestreken gezicht antwoorden: “Ja, wat dacht je?”.
Alex Polfliet
Ex-historicus
Nu energieconsultant
Voor altijd opa