Warmtepompen breder inzetbaar dan gedacht

Warmtepompen en warmtenetten, daar moeten we naartoe om het klimaat te redden. Nogal wat installateurs denken dat warmtepompen alleen in nieuwbouw passen. Ontzorging op het vlak van warmteverliesberekening kan dat misverstand uit de wereld helpen. Een grondige voorstudie wijst immers ook voor bestaande woningen uit dat een warmtepomp veelal de goede keuze is. 

Om ons woningbestand klimaat­neutraal te maken tegen 2050 moeten we verwarmings­ketels aan een ijltempo vervangen door warmte­pompen. Helaas worden de meeste ketels nog altijd ver­vangen door ketels. De oor­zaak is vaak onzeker­heid over de haalbaar­heid van een warmte­pomp in het project. Daar wil Weishaupt iets aan doen.

Enkele jaren geleden zag Thomas Weishaupt, manager van het bedrijf dat van oudsher gekend is als brander­fabrikant, dat de warmte­pomp­technologie rijp was. Net als de tijd voor de energie­transitie. Daarop startte de onder­neming met de ontwikkeling en productie van warmte­pompen. “We kiezen liever voor beproefde tech­nieken zodat we kwaliteit kunnen garanderen, dan als innovator het risico te lopen dat onze producten aan kinder­ziektes lijden”, vertelt Johan De Cuyper, Managing Director van Weishaupt België. De fabrikant heeft nu een breed gamma efficiënte warmte­pompen voor woningen en woon­gebouwen.

“Onze trouwe Weishaupt-installateurs plaatsten tot hiertoe vooral ketels”, aldus De Cuyper. “Dan is het natuurlijk makkelijker om een ketel door een ketel te vervangen. Weinigen durven hun klanten verzekeren dat een warmtepomp geschikt is voor hun oudere woning. Daarom bestuderen wij voor elk project of dat zo is of niet. Op die manier maken we het installateurs gemakkelijk om aan eindklanten de duurzame optie aan te bevelen.”

Uit de warmteverliesberekeningen blijkt dikwijls dat de warmte­pomp een haalbare kaart is. “Soms raden we een hybride opstelling aan om de piek­last op te vangen, zodat een warmte­pomp met een kleiner vermogen toereikend is. Zeker als er nog een gasketel hangt is dat een goed idee, want het drukt de kost van de warmte­pompinstallatie. Al merken we dat de gasketels in zo’n opstelling nauwelijks bij verwarmen, omdat we qua pieklast uitgaan van een ‘worst case scenario’ dat zich zelden voltrekt”, vertelt Johan De Cuyper. “In de gevallen dat de warmtepomp in de gegeven situatie geen goed idee is, geven we tips om de woning er klaar voor te maken, zoals extra isoleren, lage­temperatuur­radiatoren of ventiloconvectoren plaatsen.”

Bij een warmtepomp is de vermogensbepaling belangrijker dan bij een ketel. De Cuyper legt uit: “Bij een ketel kan je het zekere voor het onzekere nemen en een zwaarder vermogen voorstellen dan nodig. Bij de warmtepomp kost elke extra kilowatt ook extra centen bij de aankoop, en bovendien is het ongunstig voor de levensduur van een on/off warmtepomp als ze overgedimensioneerd is. Een nauwkeurige warmteverliesberekening is daar­om van essentieel belang, maar die neemt veel tijd in beslag. Daarom doen wij dat werk voor onze installateurs.”

De grootste verschillen tussen een warmtepomp­installatie in nieuwbouw en renovatie liggen volgens De Cuyper in het afgiftesysteem, de kringen, de beschik­bare plaats in de woning en, de moeilijkste kwestie van al, de plaats van de buiten­unit. “In nieuw­bouw wordt er een speciale plaats voor voorzien, maar bij een bestaande woning komt de buiten­unit vaak dicht bij de buren te staan. Dat onze warmtepompen van de stilste en mooiste zijn, speelt dus in onze kaart op de renovatiemarkt.”